Auteursrechten: All rights reserved
INLEIDING:
De wandeling betreft de Belgiëlei en het gebied er rond. Ze start en eindigt aan het Museum Smidt van Gelder op de Belgiëlei, nadien gaat ze langs de Brialmontlei naar de Loosplaats en via de Van Eycklei langs het Stadspark. Ze vervolgt haar weg naar de Mechelsesteenweg via de Frankrijklei. Van hieruit gaat ze naar het Koning Albertpark en de Harmonie, om zo terug te keren naar de Belgiëlei. Centraal als thema staat de stedenbouwkundige ontwikkeling van dit gebied met de nadruk op de evolutie in architectuur die dit gebied heeft doorstaan. Eerst wordt er een korte inleiding gegeven over het ontstaan van dit gebied en de verschillende stijlen van architectuur die dit gebied doorlopen heeft, nadien wordt per straat en huisnummer de belangrijkste architectuur omschreven en geïllustreerd.
ALGEMENE SITUERING:
Het besproken gebied is gelegen tussen de Spaanse vesten (huidige Leien) en de Brialmontvesting (huidige Ring), en is een deel van de zogenaamde “Vrijheid van Antwerpen”. Dit is het gebied rond de stad waar tijdens het Ancien Régime het Antwerps stadsrecht van toepassing was.
HISTORISCHE ACHTERGROND (“Vrijheid van Antwerpen”):
Het gebied was tot in de negentiende eeuw een dun bevolkt gebied met landelijk karakter. In de geschiedenis van de bebouwing en het uizicht van de “Vrijheid van Antwerpen” was de aanval van Maarten van Rossum in 1542 van groot belang. De Antwerpse stadsmagistraat liet, ter verdediging van de stad, alle gebouwen in de omgeving slopen, nadien volgden de plundering door de benden van Maarten van Rossem en de gevechten tussen Staatse troepen en Spanjaarden. Na de bouw van de Spaanse Vesten (1542) mochten, om militaire redenen geen gebouwen opgericht worden, noch bomen of hagen geplant en grachten gegraven binnen de afstand van 2500 voet (717 meter), in de negentiende eeuw besloeg deze bufferzone een straal van 585 meter vanaf de wallen. Ten dienste van de hovingen mochten binnen een afstand van 1000 voet (287 meter) alleen nog kleine bouwsels opgetrokken worden en fruitbomen geplant. Buiten deze militaire bufferzone verrezen de luxueuze hoven van plaisantie van de Antwerpse burgerij. Tijdens de Franse overheersing was het Antwerpse grondgebied in 1796 ingedeeld in wijken: vier “intra muros” en een vijfde “extra muros”. De oude Vrijheid was gelegen in de “extra muros”. In 1864, na het slopen van de Spaanse vesten en de latere bastions, vervielen de militaire servituten, tot dan gold immers nog een bouwverbod binnen
585 meter van de wallen. Vanaf dan werd de vijfde wijk verkaveld en vrij vlug bebouwd.
In 1865 werd het plan van stadsingenieur Theodoor Van Bever voor de aanleg van de vrijgekomen gronden aanvaard. De straatnamen werden goedgekeurd in 1868-1869. Rond 1870 waren reeds honderd straten en pleinen aangelegd en/of verbeterd. Bouwprogramma’s voorzagen in de administratieve, culturele en sociale functies: meestal naar ontwerp van stadsarchitecten werden politiebureaus , scholen, schouwburgen, gerechtshof en verzorgingstehuizen opgericht. Op het tracé van de zestiende-eeuwse omwalling legde men de zogenaamde leien aan waarlangs naar Weens model grote en representatieve gebouwen werden ingeplant. Eveneens in de onmiddellijke omgeving van de leien ontwierp tuinarchitect E. Keilig, in 1867-1869 een Stadspark op de Herentalse lunet. In 1886 (cf. kadasterplan van A. Scheepers) was het nieuwe stadsgebied vrij dicht bebouwd en waren de oude woonkernen versmolten met de stad. Het stratenplan van de negentiende-eeuwse stadswijken vertonen vrijwel geen structurele aanleg. Grootgrondbezitters en aannemers/speculanten verkavelden het grondgebied en voldeden massaal aan de stijgende vraag naar nieuwe woningen. Bouwaanvragen voor meerdere huizen, soms volledige straatwanden, waren geen uitzondering. De “upper class” vestigde zich aan de leien en de grote uitvalswegen. De tussenliggende gebieden werden, afhankelijk van de ligging, volgebouwd met burger– en arbeiderswoningen.
BOUWKUNDIG OVERZICHT (besproken gebied):
1. Religieuze architectuur:
De nieuwe kerken die in de negentiende en begin twintigste eeuw werden opgericht, zijn meestal bak– en natuurstenen kruiskerken met een basilicale opstand in neoromaanse of neogotische stijl. De oudste kerk van het besproken gebied is de neoromaanse St.-Jozefskerk.
2. Burgerlijke bouwkunst:
Na het slopen van de Spaanse vesten (1864) kwam het bespoken gebied vrij voor bebouwing. Het hele gebied werd vanaf 1864 bebouwd met herenhuizen en homogene woonwijken van arbeiders– en burgerhuizen. De aristocratie en de gegoede burgerij bouwden riante verblijven aan de uitvalswegen. De bouwblokken ertussen werden volgebouwd met doorsnee burgerhuizen.
Tot aan de Eerste Wereldoorlog is het courante huistype in het besproken gebied een burgerhuis met enkelhuisopstand, drie traveeën en drie bouwlagen en bepleisterde en beschilderde lijstgevel gemarkeerd door centraal balkon, belijnende imitatievoegen op de begane grond en een klassieke gevelbeëindiging met kordon, fries en kroonlijst op klossen, modillons of consoles. De binnenindeling bestaat uit een smalle gang naast twee of drie in elkaar lopende kamers met achteraan een keuken, een achterkeuken en een veranda. De trap leidt via een tussenverdiep, soms met sanitaire voorzieningen, naar de bovenverdieping met een gevelbrede voorkamer en één of twee kleinere vertrekken. Hogerop bevinden zich kleinere slaap– of zolderkamers.
Herenhuizen en grotere burgerhuizen hebben bepleisterde en beschilderde of natuurstenen voorgevels met enkel– of dubbelhuisopstand, een brede poort geeft vaak toegang tot een overdekte gang met rijk uitgewerkte ingangspartij en tot een (voormalig) achterliggend koetshuis. De decoratie van zowel de bepleisterde als de beschilderde als de natuurstenen lijstgevels evolueert naargelang de bouwperiode en ontleent motieven aan het classicisme, de Louis-Philippe, de Lodewijk XVI en in mindere maten aan de barok en de rococostijl. De rijk versierde deuren van voor– of zijgevel geven toegang tot een ruime trapzaal waarrond de salons, eetkamer, bibliotheek, bureau en op de bovenverdieping de slaapkamers geschikt zijn. De utilitaire ruimten zoals de keuken en wasplaats werden ondergebracht in het souterrain of de kelderverdieping. Dienstbodenkamers bevinden zich op de zolder. Grotere burgerhuizen, vaak met verhoogde begane grond, hebben dezelfde indeling als de doorsneeburgerwoning, maar op grotere schaal en rijkelijker versierd.
Arbeiderswoningen van twee traveeën en één, anderhalve of twee bouwlagen hebben eenvoudige (beschilderde) bakstenen, gecementeerde of bepleisterde en beschilderde lijstgevels met rechthoekige of licht getoogde muuropeningen. Ze werden vaak opgetrokken in groepsverband volgens repeterend of spiegelbeeldschema, soms in steeg– of pleinbeluiken. Deze kleinere huizen, soms met slechts één of twee kamers, hebben voorts dezelfde indeling als het courante huistype.
De meeste nieuwe straten kregen een uniform uitzicht met witte Neoclassicistische gevelwanden bestaande uit enkelhuizen, vaak in eenheids– of groepsbebouwing. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels van twee of drie traveeën en twee of drie bouwlagen onder zadel– of (pseudo-) mansardedak hebben gewoonlijk rechthoekige muuropeningen in vlakke of geriemde omlijsting, op de bovenverdiepingen met min of meer uitgewerkte sluitstenen. Erkers en balkons met balustrade of ijzeren leuningen ritmeren de straatbeelden.
Verder werden huizen en grote gebouwen tijdens het laatste kwart van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw opgetrokken in een eclectische neostijl met elementen ontleend aan vroegere stijlrichtingen zoals renaissance, gotiek en barok. In de geest van het nationale romantisme werd voor de burgerlijke bouwkunst vooral teruggegrepen naar de eigen Vlaamse renaissancestijl. De vaak gedateerde bak– en zandstenen topgevels met natuurstenen ornamenten en sierankers doorbreken de eenvormigheid van de witte neoclassicistische gevelwanden. De heropleving van de nationale architectuur door het teruggrijpen naar de eigen renaissance komt vooral tot uiting in de monumentale bouwkunst: scholen, gerechtshof, wees-, gods– en
ziekenhuizen werden opgetrokken in neo-Vlaamse renaissance– of eclectische stijl. Tot in de jaren ‘20 van onze eeuw bleef men huizen bouwen in neostijlen, voornamelijk neo-Lodewijk XVI– of neoclassicistische stijl.
Een vernieuwing in het straatbeeld van het begin van de twintigste eeuw zijn de decoratieve gevels in Art Nouveau van architecten E. Van Averbeke, J. De Weerdt, G. Fierens, L. Hamaïde, E. Thielens en andere. Nieuw was de decoratieve vormentaal die toegepast werd op burgerhuizen met klassieke plattegrond en enkelhuisopstand. De meestal smallere deurtravee werd (soms) anders uitgewerkt dan de bredere venstertraveeën met sierlijke balkons, erkers, loggia’s. Grillige deur– en vensteropeningen met originele lekdrempels werden omlijst door een golvend of gestileerd lijnenspel.Tegeltableaus, mozaïeken en graffitopanelen met vegetale of allegorische motieven verlevendigen de bak– of natuurstenen gevels die vaak
geaccentueerd werden door het opvallend gebruik van verschillende en/of anders gekleurde materialen. Het sierlijk ijzersmeedwerk en het elegante houtwerk werden geïntegreerd in de plastische vormgeving van de gevels.
De strakke en sobere Art Déco van de jaren ‘20 met geometrische, gestileerde ornamenten en originele vormgeving voor muuropeningen en gevelbeëindigingen, komt verspreid voor zowel bij één– en meergezinswoningen als in de monumentale bouwkunst.
Bij de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid bepaalt het functionele de plattegrond en de sobere gevelarchitectuur. De aanleg van de Tentoonstellingswijk bracht voor de architecten de (niet volledig gerealiseerde) kans om hun theorieën te verwezenlijken. Men wilde komen tot “woonmachines” met een rationele indeling van de binnenruimte. Hierdoor ontstonden één– en meergezinswoningen samengesteld uit, soms verspringende, kubistische bakstenen volumes met afgeronde hoekpartijen, verticale of horizontale vensterregisters, erkers of balkons.
Vanaf de jaren ‘20 is er ook hier (mede onder invloed van nieuwe opvattingen over architectuur, wonen en werken, door het ontstaan van nieuwe technieken en materialen en door de woningnood na de Eerste Wereldoorlog) in de stedelijke
architectuur een verschuiving merkbaar naar hoogbouw met betonskelet die meer woon– of kantoorruimte biedt per vierkante meter. Evenals bij laagbouw werd ruime aandacht besteed aan de rationele indeling van de binnenruimten. De comfortabele flats hadden leefruimten aan laan-, tuin– of parkzijde, terwijl de utilitaire ruimten en dienstbodenkamers achterin of tussen de representatieve kamers lagen. Op de
gelijkvloerse verdieping en in de kelder werden conciërgewoning, gemeenschappelijke dienstlokalen en individuele bergruimten ingericht. Eventuele autobergplaatsen werden eveneens voorzien op de benedenverdieping, in de kelder of als zelfstandige constructies op binnenplaats achteraan.
De flat– en kantoorgebouwen van na de Tweede Wereldoorlog hebben meestal vlakke gevelwanden met grote glaspartijen. Sindsdien en met de aanleg van de tram zijn er vele waardevolle gebouwen verdwenen, en vervangen door hoge flat– of kantoorgebouwen. Neem nu bijvoorbeeld het hoekgebouw van de Van Eycklei met de Van Bréestraat. Hier stond een prachtig hoekpand in neorococo n.o.v. J. Hertogs, dit is gesloopt en vervangen door een lucratief kantoorblok.
Bron: “Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Stad Antwerpen, de negentiende-eeuwse stadsuitbreiding (3nc)”, Antwerpen, 1989
| | Publiek
Selecteer hieronder één van de populairste activiteiten of verfijn je zoekopdracht.
Ontdek de mooiste en meest populaire routes in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Auteursrechten: All rights reserved
Selecteer hieronder één van de populairste categorieën of laat je inspireren door onze selecties.
Ontdek de mooiste en meest populaire bezienswaardigheden in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Auteursrechten: All rights reserved
Met RouteYou kan je eenvoudig zelf aangepaste kaarten maken. Stippel je route uit, voeg waypoints of knooppunten toe, plan bezienswaardigheden en eet- en drinkgelegenheden in en deel alles met je familie en vrienden.
Routeplanner<iframe src="https://plugin.routeyou.com/poiviewer/free/?language=nl&params.poi.id=701079" width="100%" height="600" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>
Probeer deze functionaliteit gratis met een RouteYou Plus proefabonnement.
Als je al een dergelijke account hebt, meld je dan nu aan.
© 2006-2024 RouteYou - www.routeyou.com