Saint-Légerkerk

De kerk Saint-Léger maakt deel uit van de Doornikse gotische traditie. Herbouwd in de 16e eeuw in Doornikse steen, het heeft sporen van het vroegere gotische gebouw uit de 13e eeuw. Afgebrand in 1693, werden de bovenste delen van het gebouw hersteld in baksteen. De met panelen beklede wiegen maken plaats voor plafonds en de daken worden vervangen door een enkel dak. Tussen 1987 en 1994 onderging de kerk een grote restauratiecampagne. Het gebouw bestaat uit een imposante toren, een schip met drie traveeën en een vooruitstekend transept. Het driezijdige koor is gehecht aan twee sacristies uit de 15e en 18e eeuw. De vierkante toren heeft vier niveaus gemarkeerd door koorden. De hoeken zijn versterkt met steunberen met achthoekige pinakels die de taps toelopende torenspits omlijsten. Let op de kleine dubbele travee, een hergebruikt element dat mogelijk afkomstig is uit de 13e-eeuwse kerk, evenals de overblijfselen van de westelijke gevel aan weerszijden van de toren. Het interieur herbergt bepaalde decoratieve elementen uit de 18e en 19e eeuw, zoals de altaren, koorbanken, lambrisering en de beelden van de Maagd en van Saint Léger. De heilige, traditioneel gesymboliseerd door de stylus (die werd gebruikt om zijn ogen uit te steken), houdt hier een grondboor vast, een typisch instrument voor de regio dat gebruikt wordt bij het maken van hoeven. Ook opmerkelijk is de deur van de sacristie, bedekt met spijkers die volgens de traditie werden geplant door zieken die op genezing hoopten. Rang: 15-01-1936

Wizpr.guide