Aan de rand van het brongebied van de Braunlauf

We zien hier een stukje van het brondgebied van de Braunlauf. Het gebied vormt een belangrijk wetlandcomplex tussen Breitfeld en Maldingen. Het bestaat voornamelijk uit open gebieden en herbergt begraasde weiden, overblijfselen van hooilanden, lage moerassen, natte weiden met hoge vegetatie, biezenweiden en weiden met riet en biezen. Er zijn ook kleine bosgebieden zoals beukenbos, witte berken-eiken, haagbeuk-eik en, in de wetlands, els. Vanuit het oogpunt van avifauna nestelen de grijze en grauwe klauwier, de zwarte wouw en de rode wouw hier. Natte valleibodems zijn het jachtgebied voor de zwarte ooievaar.

Hoewel het hoofdzakelijk wordt ingenomen door graslandbouw, omvat het brongebied van Braunlauf hier en daar nog steeds percelen van groot biologisch belang: heidevelden met heide en brem, borstelgras, zure lage moerassen en natte weiden met adderwortel, vooral op de plaatsen die Entenvenn, Kornetsheck en Wolfsborn worden genoemd.

De bronnen van Braunlauf zijn ontspringen ten noordwesten van het dorp Maldingen, op de grote hoogten aan de rand van de provincie Luxemburg. Hier, nabij de stroomlijn van de Maas en de Rijn, wordt de ondergrond gekenmerkt door kwartsietlei met een laag kalkgehalte uit het geologische tijdperk van het Praguïen (stratigrafisch niveau van het Devoon in het Paleozoïcum).

Enkele van de nog intacte lokale bronnen lijken voor de waarnemer uitgestrekte open drassige weiden met een rijke flora en fauna. Het bijzondere aan dit gebied is dat het de nodige habitat biedt voor broedvogels die typisch zijn voor natte weiden.

In 1984 startte de Natagora/BNVS samen met haar Luxemburgse zusterorganisatie Hëllef fir d'Natur een grensoverschrijdend natuurbeschermingsproject. Het doel van dit project is dat de biologisch waardevolle natte weilanden van de Belgisch-Luxemburgse Ardennen een permanente biotoop worden voor de zwarte ooievaar en vele andere bedreigde dier- en plantensoorten.

Jan Rymenams