Bron: Willem Vandenameele
Keizer Karel was gek van zijn Mechelschen Bruynen.
Het Gouden Carolus bier van vandaag is de opvolger van de Mechelschen Bruynen, de smaak is intussen veranderd maar nog steeds even lekker. Het bier van Brouwerij Het Anker, gebrouwen aan de rand van het Groot Begijnhof, word vandaag geëxporteerd naar meer dan 40 landen.
De naam Gouden Carolus is ontstaan ten tijde van Keizer Karel V. Net zoals vandaag is geld steeds belangrijk geweest om te betalen, zo heeft Keizer Karel op een bepaald moment opdracht gegeven om als nieuw betaalmiddel ter vervanging van andere munten, de Gouden Carolusgulden te slaan.
De eerste datum in de geschiedenis waar men spreekt van de bierbrouwerij dateert uit 1369, toen een zekere Jan in den Anker zijn belasting kwam betalen. De oudste verwijzing naar de brouwerij dateert uit 1471 wanneer Hertog Karel de Stoute een stadswet inriep dat het bier van de begijnen werd vrijgesteld van accijnzen voor de patiënten en eigen gebruik.
In 1872 kocht de familie Van Breedam de stadsbrouwerij en deze kreeg de firmanaam n.v. Boonaerts & Van Breedam. Op 31 december 1904 werd de naam omgevormd tot Het Anker.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog beslisten de Duitsers dat er slechts één brouwerij mocht blijven functioneren in de Mechelse regio. Een lottrekking besliste dat brouwerij Chevalier Marin mocht blijven werken waarna de brouwzaal van brouwerij Het Anker werd ontmanteld. Het rode koper werd omgesmeed tot grondstof voor de Duitse oorlogsproductie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelde de Duitse bezetter een wet in dat nog slechts een licht bier mocht worden gebrouwen, de zogenaamde Zero-huit of bier met 0,8% alcoholvolume. Brouwerij Het Anker slaagde hierin waardoor ze menige Mechelaars werk kon verschaffen en hen zo spaarden van het verrichten van arbeidsdienst in Duitsland.
Bron: Willem Vandenameele
| | Publiek | Catalaans • Duits • Engels • Frans • Italiaans • Spaans
Stad Mechelen