Jozef De Vroey, een pleeggezin en een pied-à-terre

Grote Markt 21-28. Vandaag oogt het huis helemaal anders dan toen de 11-jarige De Vroey na het overlijden van zijn moeder binnen het gezin ‘Van Noten – Renders’ werd opgevangen. Hier was de handelszaak Grosco gevestigd. De stichtingsakte van 1937 vermeldt dat het doel van de vennootschap de handel is in specerijen, kolen, waren, mercerie, enz … Het kapitaal is aanzienlijk en bedraagt 875.000 franken waarvan zomaar 685.000 frank aan koopwaar. Tot De Vroey leraar wordt aan het Atheneum in Leuven en daar een appartement huurt, zal hij hier een thuis vinden. Met zijn nicht Margriet, die voor hem zorgt, zal hij altijd een bijzondere band houden.

Over de ingrijpende gebeurtenis van het overlijden van de moeder van De Vroey, Pulcheria Van Noten, vertelde ex-collega Albert De Wachter: “Toen Jef tien jaar was, zat hij in (..) het Sint-Jozefcollege van Aarschot, zijn broer Tuur in de poësis. Hij stond voor zijn plechtige communie en met het oog op het feest waren schilders het huis aan het opfrissen. Als leerling van het lager onderwijs hoefde hij, in tegenstelling tot zijn oudere broer, niet in de avondstudie te blijven. Zo kwam Jef altijd als eerste thuis. Toen hij (….) binnen viel, zegden de schilders bekommerd: “Ge moet gauw uw broer gaan roepen want uw moeder ligt zwaar ziek te bed’. Jef liep naar het college maar Tuur was daar al naar de kapper vertrokken. Daar trof Jef hem en vertelde hem het slecht nieuws. Wat er die avond verder gebeurd is, weet Jef niet meer, maar in de nacht werd hij gewekt en toen stonden de dokter en de pastoor in de kamer … en moeder was overleden.”

Jan Rymenams