De kerk van la Préalle en een vreemde heilige Saint Chäle

De parochie van la Préalle werd opgericht in 1856, in de hoop die mijnwerkersgeuzen in de schoot van de kerk te houden. Niet alle mijnwerkers gingen naar de misviering. Een gemeentelijk rapport schreef in 1851: “la démoralisation a pris dans ce hameau de 1.300 habitants un caractère vraiment effrayant”. Van de 250 gezinnen leefden er 25% in concubinaat. Een beetje cynisch dus dat de kerk gewijd werd aan de Onbevlekte Ontvangenis (Eglise de l’Immacullée Conception).

De kerk was pas in 1874 klaar. Het begon slecht toen de pastoor het feest van Saint Chäle wilde verbieden. Het gaat hier over de heilige Karel de Grote. Dit is een lokale heilige die enkel erkend is in het aartsbisdom Keulen. Komt daarbij dat hij heilig werd verklaard door een tegenpaus. Op zijn feestdag wordt nog altijd een stuk spek op zijn zwaard gestoken, wat het begin was van een drinkgelag waarvan de mijnbaas een deel van betaalde.

Op 4 december werd het feest van de Heilige Barbara gevierd, patrones van de mijnwerkers. De directie van de koolmijn la Grande Bacnure liet hier da een misviering houden. In 1963 werd hiervoor 1000 Bef. betaald. De directeur legde 100 Bef. in de schaal, maar recupereerde dit bedrag als onkosten. De ganse directie was aanwezig en bood een glas aan in de Cercle Saint-Joseph (nu Centre culturel Charlemagne, rechtover de kerk). ‘s Namiddags was er een ‘receptie’ in de mijnzetel van Gérard Cloes. Er werden aan de mijnwerkers 1 of 2 borrels en een sigaar aangeboden. Traditioneel werden de eretekens met geldenveloppe uitgereikt.

Jan Rymenams