Eglise Nothe Dame de Beaune

Ondanks de vele latere toevoegingen is de kerk, met de bouw waarvan tegen 1120 begonnen werd, een mooi voorbeeld van de romaanse Bourgondische bouwschool, die haar uitgangspunt heeft in de abdijkerk van Cluny. Het grote, drieledige voorportaal stamt uit de 14de eeuw. De sculpturen die het eens sierden, zijn tijdens de Revolutie verwoest, maar de 15de-eeuwse gebeeldhouwde deuren zijn gespaard gebleven. De verschillende bouwfasen zijn aan de buitenzijde goed te onderscheiden: puur romaans zijn de kooromgang en de absidiolen, de steunbogen stammen uit de 14de eeuw. De vieringtoren wordt bekroond door een 16de-eeuwse lantaarn.
Het driebeukig interieur is duidelijk geïnspireerd op Cluny. Triforium met deels blinde nissen, boven de viering een achtkantige koepel op trompen. Enkele kapitelen hebben figurale voorstellingen, de ark van Noach, de steniging van de heilige Stefanus, de boom van Jesse. In de tweede zijkapel, links, 15de-eeuwse fresco's met een voorstelling van de opwekking van Lazarus, toegeschreven aan de Bourgondische kunstenaar Pierre Spicre, een 16de-eeuwse piëta en - in de derde kapel - twee 15de-eeuwse retabels. In de rechterzijbeuk o.a. een renaissancekapel met een mooi cassettenplafond. Tot het bezit van de kerk behoort ook een schitterende reeks wandtapijten, het leven van Maria voorstellend. De reeks bestaat uit 17 scènes, verdeeld over vijf tapijten. Zij werden vervaardigd in opdracht van Jean Rolin, zoon van Nicolas, naar kartons van Spicre, en in 1500 aan de kathedraal aangeboden. De kapittelzaal en een gedeelte van de 13de-eeuwse kloostergang zijn gerestaureerd.

Wim Hak