WATERSCHAPSHUIZEN

Cornelis Dirckz van Foreest (1704-1761) was in de 18de eeuw een vooraanstaand regent in Hoorn en daarbuiten. In 1728 kocht hij twee panden aan de Grote Oost (nr. 4 en nr. 6), waarschijnlijk 17de eeuwse huizen. In 1734 liet hij voor beide panden één gemeenschappelijke voorgevel plaatsen, met als resultaat een groot stadspaleis dat zijn invloed en macht uitstraalde.
Bovenop de gevel van nr. 6 liet hij een alliantiewapen aanbrengen, met de geslachtswapens Van Foreest en Van Akerlaken, een ander regentengeslacht waar zijn vrouw uit stamde. Een alliantiewapen is een wapentekening waarop twee wapenschilden (soms met hun pronkstukken zoals schildhouders) samengevoegd zijn tot een geheel.
In 1915 kwam het pand in eigendom van het Waterschap Drechterland, die er haar zetel vestigde. Van 1915 tot 1972 huisde het Waterschap Drechterland in dit pand, uit die tijd stamt de naam Drechterland­huis.
Het waterschap Drechterland ging over in het Waterschap West-Friesland, dat van 1972 tot 1995 haar kantoren had in het pand, dat uitgebreid werd met het 16de eeuwse pand Grote Oost 2. Men noemt de panden ook wel de Waterschapshuizen.

Bij de gevelstenen van het pand Grote Oost 2:
Het pand Grote Oost 2 werd in een ver verleden werd bewoond door burgemeester Nanning Kayser. De linkersteen toont het wapen van de familie Kayser, een wapenschild met drie keizerskronen. Het schild is gevat in een cartouche. Twee schildhouders, elk met een hand door een gat in de cartouche gestoken, houden het wapenschild vast. Het vrouwenmasker onder het wapenschild is een mythisch masker zoals dat in de renaissance vaak werd uitgebeeld.
Op de rechtersteen van het fries ziet men een afbeelding van twee kaasdragers en het interieur van (waarschijnlijk) een waag, met op de achtergrond een trapje met bordes. De kaasdragers dragen traditionele mutsen en op de rug gekruiste draagzelen. Gezien de combinatie van kaasdragers, waag en trapje neemt men aan dat dit beeld de Hoornse waag moet voorstellen.

Biker