Douanehuisje in de Moeren

Douaneschuilhuisje De Moeren

Nauwelijks bevolkt en grensoverschrijdend vormden de Moeren jarenlang een uitgelezen terrein voor smokkelaars. De 'Blauwers' hielden er zich bezig met de smokkel van sterke drank, koffie en tabak maar ook voedingswaren of vee, al naargelang de behoeften. Velen moesten smokkelen voor een extra inkomen in harde tijden, anderen deden het voor de sport of opereerden in benden uit puur winstbejag. Evenwel niet zonder gevaar, want de 'kommiezen' lagen natuurlijk op de loer. Door weer en wind en bij nacht en ontij trokken de douaniers er te voet of met de fiets op uit om de 'blauwers' in de kraag te vatten. Menig wandelaar en fietser zal beamen dat dit schuilhokje in de weidse moerenvlakte een ideale verpozing kon bieden en dat was natuurlijk zo voor de ambtenaren van de administratie der Douane en Accijnzen. Men vond dergelijke geïmproviseerde aubettes (wachthuisjes) overigens aan beide zijden van de grens.
Het commiezenkotje op de hoek van de W. Coberghestraat en de Noordmoerstraat is kort na de Tweede Wereldoorlog opgebouwd. Het werd opgetrokken door een handvol douaniers, in eigen beheer en met middelen ter beschikking gesteld van de burgemeester van de Moeren, Adhemar Breuls de Tiecken. Vandaar dat het in 'zijn' kleuren blauw-wit geschilderd werd.
Ten tijde van de velddienst per fiets fungeerde het als een controle- en observatiepunt met een uitstekend zicht over het gebied en op de grensovergang van de toenmalige Noordstraat (thans Noordmoerstraat). Het is overigens het laatst overgebleven schuilhokje van de drie die destijds gebouwd werden. Een uniek restant uit een tijd dat er nog grenzen waren.

Reacties Statistieken

| | Publiek