Kerk Santa Maria Delle Nevi - Siena

De kerk van Santa Maria delle Nevi is een katholieke gebedsplaats in Siena aan de Via dei Montanini.
Het werd tussen 1471-1472 en 1477 gebouwd door Giovanni Cinughi, bisschop van Pienza, voor zijn familie. Na zijn dood ontbraken echter de middelen om het interieur te voltooien.

Het maakte oorspronkelijk deel uit van het oude klooster van Sant'Egidio, bekend als de "Suore Cappuccine" (Kapucijner Zusters), dat zich uitstrekte van de ene kant van de Via Malavolti naar de andere, en er met een boog omheen ging. Later, om de aanleg van het nieuwe Piazza Umberto I mogelijk te maken, werd het klooster door de gemeente aangekocht en in het begin van de 20e eeuw afgebroken. Van het oude klooster werd alleen het kleine renaissancekerkje van de Madonna delle Nevi gered, dankzij burgemeester Lisini, die zich als historicus en geleerde sterk verzette tegen de afbraak van de kerk, omdat hij van mening was dat verdere afbraak van het kleine gebouw en de daarin ondergebrachte werken niet nodig was.

Het gebouw heeft een klassieke travertijnen gevel, versierd met decoratieve elementen (timpaan, pilasterbanden, portaal in pietra serena en het wapenschild van de opdrachtgever in marmer).

De fraaie renaissance-architectuur, met een enkel schip en twee kruisgewelven, wordt toegeschreven aan Bastiano di Corso of Lorenzo di Pietro, bekend als Vecchietta, of een andere leerling van Francesco di Giorgio. Het gebouw wordt verlicht door het ronde raam aan de voorgevel en de twee linker zijramen, terwijl de twee rechter ramen zijn ontworpen maar onafgewerkt zijn gelaten, evenals de gehele versiering van de zijmuren en de gewelven.

Op het hoofdaltaar staat de grote Madonna delle Nevi, een meesterwerk gesigneerd en gedateerd door Matteo di Giovanni (1477). Het toont de tronende Madonna met Kind geflankeerd door de heiligen Petrus en Johannes de Evangelist en voor de heiligen Laurence en Catharina van Siena. Achter hen staan talrijke engelen die bakjes sneeuw vasthouden die op 5 augustus 358 in Rome is gevallen op de plaats waar Paus Liberius besloot de Basiliek van Santa Maria Maggiore te bouwen. De predella toont het verhaal van de sneeuwval en de wapenschilden van de familie Cinughi.

Het stucwerk aan de zijkanten van het altaar met de H. Jozef en de H. Maria Magdalena dei Pazzi wordt toegeschreven aan de 18e eeuwse Sienese beeldhouwer Giuseppe Maria Mazzuoli.

willem vandenameele