Maastricht

Het literaire werk Mariken van Nieumeghen, deel van de Vlaamse Canon, speelt zich af op verschillende concrete locaties die een belangrijke rol hebben in het verloop van het verhaal.

In Venlo woont Mariken aanvankelijk bij haar oom Gijsbrecht, die priester is. Dit is de veilige thuishaven voor Mariken voordat ze op pad wordt gestuurd. Mariken wordt door haar oom naar Nijmegen gestuurd voor boodschappen. Hier begint haar beproeving en ontmoet ze de duivel in de stad. Na de gebeurtenissen in Nijmegen trekken Mariken en de duivel (Moenen) een tijdlang samen door onder andere ’s-Hertogenbosch. Deze stad wordt echter kortstondig genoemd als plaats waar zij verblijven. Antwerpen is na Nijmegen de belangrijkste stad in het verhaal, waar Mariken en de duivel zeven jaar samenleven. Antwerpen wordt niet alleen frequent in het verhaal aangeduid, maar was ook de plek waar de oudste gedrukte versies van het werk zijn gevonden, wat het symbolisch relevant maakt.

In Maastricht bevindt zich het klooster der zondaressen, waar Mariken na haar zondige leven haar boetedoening doet. Dit is het eindpunt van haar fysieke en spirituele reis

Pascal Brackman