Patriotten tegen Pruisen, 1787

Het vestingstadje Weesp ligt er nu vredig bij, maar dat was bij het Pruisisch beleg in augustus 1787 wel anders.

In 1787 valt een Pruisisch leger de Nederlandse Republiek binnen. De Pruisen willen de macht van de Patriotten – een beweging die opkomt voor meer burgerrechten – breken en de oranjestadhouder Willem V terug op het pluche zetten.

In Weesp besluit het patriottische garnizoen zich tegen de Pruisen te verzetten. De commandant van de patriotten is David Hendrik Chassé, die later roem vergaart bij Waterloo (1815) en de verdediging van Antwerpen (1832).

De Pruisen staan bekend om hun discipline, maar bij hun nachtelijke aanval gaat alles mis. Een deel van de troepen verdwaalt in de duisternis. Anderen openen te vroeg het vuur, en alarmeren daarmee het garnizoen in Weesp. En vanwege de overvloedige regenval ligt er een dikke laag modder over de wegen, waardoor de Pruisische kanonnen Weesp niet kunnen naderen.

Onder hevig kanonvuur van de vestingwallen van Weesp moeten de Pruisen zich terugtrekken. Het Nederlandse succes blijkt maar van korte duur. Als Amsterdam vlak daarna capituleert voor de Pruisen, legt ook het garnizoen van Weesp de wapens neer. Na de Pruisische interventie keren de Oranjes terug in de Republiek. Weesp houdt nog jaren een Pruisisch garnizoen.

Réactions Statistiques

| | Publique