20. Gewone es - Frêne commun (Fraxinus excelsior)

NL : De es is één van de hoogste inheemse boomsoorten. Daarom was hij voor de Kelten de verbinding tussen de hogere en de lagere wereld. Voor houtproductie probeert men zo veel mogelijk mannelijke bomen te planten; vrouwelijke exemplaren, die soms enorme bossen gevleugelde vruchtjes dragen, zouden trager groeien en minder kwalitatief hout leveren. Het witte essenhout is sterk, elastisch en vrij licht. Het laat zich gemakkelijk bewerken, weerstaat goed trillingen en schokken en splijt niet. Kortom ideaal om landbouwwerktuigen, rijtuigen of tuingereedschap mee te maken. Ook turntoestellen en ander sportmateriaal zijn vaak uit essenhout gesneden.

FR : Le frêne est l'arbre indigène qui atteint la plus grande hauteur. Chez les Celtes, il représentait la liaison entre le monde d'en haut et celui d'en bas. Pour la production de bois, on plante de préférence des arbres mâles; les arbres femelles qui produisent parfois des quantités énormes de fruits ailés auraient une croissance plus lente et le bois serait d’une moindre qualité. Le bois de frêne est blanc, résistant, élastique et très léger. Il se travaille facilement, résiste aux vibrations et aux chocs, ne se fend pas; il est donc idéal pour fabriquer des machines agricoles, des véhicules et des outils de jardinage. Le matériel sportif tel que les engins de gymnase est souvent réalisé en bois de frêne.

Botanic Garden Meise