3. Schietwilg - Saule blanc (Salix alba)

NL : De schietwilg komt frequent voor in de lage landen en groeit spontaan op natte gronden. Rond weidepercelen werd hij vroeger aangeplant en geknot. Jammer genoeg tre en we steeds minder knotwilgen aan, het zijn nochtans mooie landschapselementen. Met wilgentenen of wijmen werden heel wat gebruiksvoorwerpen gevlochten. Er zijn meerdere soorten en kruisingen, elk met anders gekleurde twijgen. Vroeger werden die jaarlijks afgeknipt van speciaal gekweekte miniknotvormen of stoven. Wilgenhout is dan weer prima voor klompen, keukengerei, speelgoed en stelen omdat het licht, zacht, reukloos en buigzaam is en weinig splintert.

FR : Les saules blancs se rencontrent fréquemment dans le plat pays sur des sols gorgés d'eau, ou encore plantés le long des prairies, en guise de clôtures. Ils sont alors souvent taillés en têtard. Malheureusement, les paysages caractérisés par les saules têtards se font de plus en plus rares. Il existe de nombreuses espèces et hybrides de saules, chacun a une couleur différente de rameaux. Auparavant, ces rameaux (l’osier) étaient coupés chaque année sur des saules têtards miniatures cultivés spécialement dans ce but. On en fabriquait de nombreux objets utilitaires. Le bois de saule convient particulièrement bien à la confection de sabots, d'outils ménagers, de jouets et de manches en raison de sa légèreté, de sa souplesse, de son absence d'odeur et du fait qu'il ne produit pas d'échardes.

Botanic Garden Meise