Bunker A38

Bunker A38 werd opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent ter verdediging van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.

De bunker was gecamoufleerd als een bijgebouw bij een hoeve. Hiertoe werden de afgeronde betonnen hoeken van de bunker achter gemetselde hoeken gebracht. Het geheel werd gecementeerd met het motief van zogenaamde ‘assestenen’, waarmee stenen uit hoogovencement worden bedoeld. De schietopeningen staken achter luiken uit gegalvaniseerd plaatijzer, waarop houten raamprofielen waren aangebracht. Ook aan een andere zijde werd een raamopening gesimuleerd. Op de bunker werd een zadeldak opgetrokken, belegd met rode dakpannen. Een haag diende de constructie bijkomend aan het zicht te onttrekken.

In deze regio werd zwaar gevochten in mei 1940. In deze bunker werden na deze gevechten twee dode en één zwaar gewonde Belgische militair teruggevonden, die later aan zijn verwondingen zou bezwijken. Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in 1941 in principe verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. Bij deze bunker blijken de ijzeren onderdelen, zoals de glijbogen van de chardome-affuiten, haken en de dragers voor de wandrekken nog aanwezig.

Toerisme Oosterzele