Bron: Willem Vandenameele
Dit is een open wegkapel die schuin ingeplant is op de straathoek tegenover Gielestraat. Het is een eenvoudige rechthoekige bakstenen kapel met pannen zadeldak, waarschijnlijk uit het vierde kwart van de 19de eeuw. We zien een rondboog in gewitte voorpuntgevel met recent vernieuwd laag houten hek.
In 2020 heeft Ivan Adriaenssens de kapel van zijn buurman een nieuwe invulling gegeven, hierbij geïnspireerd door Valerius De Saedeleer.
Voegber was er binnenin een kruisbeeld met paternoster aan de wand boven een eenvoudig altaarblad met meerdere kleine heiligenbeelden namelijk Onze-Lieve-Vrouw met Kind, Heilig Hart, Sint-Vincentius. Er was ook een wandnis in afgeschuinde binnenhoeken met rechts Sint-Rochusbeeld en links Sint-Antoniusbeeld met kind.
De Heilige Vincentius werd afgebeeld omringd door kinderen, armen, hulpbehoevenden en/of gevangenen.
Hij is de patroon van de lazaristen en de vincenterinnen; van de clerus (geestelijken); van gevangenen, verwaarloosde jongeren (sinds 1885) en wezen; van de liefdadigheid, caritatieve verenigingen en liefdadigheidsinstellingen en ziekenhuizen. Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor spirituele hulp en het terugvinden van verloren voorwerpen.
Hij werd geboren in 1576 en na studies theologie aan de universiteit van Toulouse tot priester gewijd in 1600. Na in 1602 tijdens een zeereis door Turkse zeerovers gevangen te zijn genomen werd hij verkocht als slaaf maar wist te ontsnappen in 1609. In 1617 stichtte hij zijn eerste Broederschap van de Liefde ('Confrérie de la Charité'). Dat kwam zo.
Toen hij eens op het punt stond aan de mis te beginnen, kwam een dame hem zeggen dat ze even buiten het dorp een zieke had bezocht. Daarbij was gebleken dat die mensen straatarm waren. Ze vreesde voor het leven van die zieke, omdat de mensen van dat huis daar eenvoudig niets te eten hadden. Pater Vincentius was zo onder de indruk dat hij er in zijn preek op terugkwam. Die middag besloot hij zelf een kijkje te gaan nemen bij die zieke. Tot zijn verbazing kwam hij allerlei mensen tegen die uit de tegenovergestelde richting kwamen. Het bleek dat vele mensen eten en drinken naar die arme zieke en zijn gezin hadden gebracht: zoveel dat ze het niet opkonden en dat het eten nu stond te bederven! Hij bedacht hoe die goedwillende dorpelingen waren als schapen zonder herder en besloot de hulpverlening te organiseren in een Broederschap van Liefde...
De heilige Rochus werd waarschijnlijk geboren rond 1350 en stierf rond 1380. Historische gegevens zijn er nauwelijks over Rochus.Vanaf zijn geboorte had hij op zijn linkerzij een wijnvlek in de vorm van een kruis: men beschouwde dat als een teken van God. Na de dood van zijn ouders besloot hij het leven van een pelgrim te leiden. Hij gaf zijn geld weg aan de armen en vertrouwde het beheer van zijn goederen toe aan een oom. Zo ging hij op weg. Kwam hij ergens waar de pest woedde of een andere ziekte, dan bleef hij daar om de zieken te verplegen. Sommigen wist hij te genezen door middel van een kruisteken.
Uiteindelijk kwam hij in Rome aan, waar hij drie jaar doorbracht. Op de terugweg naar huis, werd hij in de stad Piacenza weer opgehouden door het feit dat er pestlijders te verzorgen waren. Daar werd hij tenslotte zelf getroffen door die ziekte en trok zich terug in een naburig bos, bang als hij was dat hij misschien anderen zou besmetten. Hij werd er ontdekt door een naburige landjonker, doordat diens hond er telkens met een homp brood vandoor ging. Bij nader onderzoek bleek, dat het dier Rochus op deze manier van voedsle voorzag. De legende suggereert dat de landjonker niet geliefd was in zijn omgeving. Maar door de verdienste van Rochus werden zij eraan herinnerd dat je je naaste moet beminnen als jezelf. Zo werd de jonker weer opgenomen in het leven van de mensen.
Uiteindelijk genas Rochus van de pest en ging hij terug naar huis. Daar heerste op dat moment een burgeroorlog. Prompt werd hij voor een spion aangezien. Niemand herkende hem, ook zijn eigen familie niet. Ook niet de rechter aan wie hij verantwoording moest afleggen. En die rechter was nog wel de oom die zijn goederen beheerde.
Rochus deed er het zwijgen toe naar het voorbeeld van Jezus voor Pilatus... De stemming zal dus wel zo vijandig geweest zijn, dat hij er bij voorbaat al zeker van kon zijn, dat toch niemand hem geloven zou. Men wierp hem in de gevangenis. Daar leefde hij nog een jaar of vijf (acht zelfs volgens de legende). Toen stierf hij. Volgens de ene versie werd hij na zijn dood herkend omdat hij identiteitsdocumenten bij zich droeg. Een romantischer lezing weet te vertellen dat zijn grootmoeder hem herkende aan de opvallende wijnvlek in de vorm van een kruis op zijn linkerzij...
Rochus is één van de pestheiligen. Hij wordt aangeroepen tegen pest-, cholera- en andere epidemieën, alsmede tegen pijn in de voeten, knieën en benen; ook nog tegen hondsdolheid, veepest en allerhande ongelukken.
Hij is patroon van de gevangenen, zieken, ziekenhuizen, gasthuizen, hospitalen, artsen, chirurgen, apothekers en doodgravers; ook van de kunsthandelaars; boeren, hoveniers, hopbrouwers en wijnbouwers; bezembinders, stratenmakers, schrijnwerkers en vuurwerkmakers; daarnaast nog van zeevaarders en wagenmakers.
De heilige Rochus wordt daarom dikwijls afgebeeld met een wond aan zijn linker been waarnaar hij met zijn vinger verwijst, verwondingen op de knokkels van zijn rechter hand die hij tegen zijn hart drukt en zijn voet een hondje.
De heilige Antonius wordt afgebeeld in bruine franciscaner pij; met lelie (maagdelijkheid) en een boek waarop het Christuskind zit. Het verhaal zegt namelijk dat hij, toen hij al ernstig verzwakt was, zich had laten overhalen om zich op het landgoed van een bevriende graaf, Tiso, te laten verzorgen. Op een avond zag Tiso door de kieren van Antonius' kamertje een zeer fel licht schijnen. Vrezend dat er brand was, gooide hij de deur open. Daar zag hij tot zijn verbijstering Antonius staan met een stralend kind op zijn arm. Van dat kind kwam het felle licht af. Toen even later alles weer gewoon was, vroeg Antonius aan zijn vriend hier nooit met iemand over te praten. Dat beloofde Tiso, maar achtte zich van die belofte ontslagen na Antonius' dood.
Hij was afkomstig uit de Portugese hoofdstad Lissabon en schijnt nog af te stammen van Godfried van Bouillon.
Legende met de ezel:
Antonius leefde in de tijd dat de ketterij der Albigenzen zich wijd had verspreid. De Albigenzen loochenden de godheid van Christus. Tegenover een leider der Albigenzen koos Antonius een wel heel opmerkelijke manier om de man te overtuigen. Hij wilde wedden, dat de ezel van de Albigens wel eerbied aan de hostie zou betuigen waar zijn meester dat niet deed! Om te beginnen kreeg het dier drie dagen geen eten meer. Daarop werd de voerbak tot de rand gevuld. Nu hield Antonius het dier de heilige hostie voor. Het liet zijn voerbak voor wat die was en ging onmiddellijk door de knieën om zijn eerbied te betuigen.
Waarop de ketter zich inderdaad bekeerde.
Bron: Onroerend erfgoed
Selecteer hieronder één van de populairste activiteiten of verfijn je zoekopdracht.
Ontdek de mooiste en meest populaire routes in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Bron: Willem Vandenameele
Selecteer hieronder één van de populairste categorieën of laat je inspireren door onze selecties.
Ontdek de mooiste en meest populaire bezienswaardigheden in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Bron: Willem Vandenameele
Met RouteYou kan je eenvoudig zelf aangepaste kaarten maken. Stippel je route uit, voeg waypoints of knooppunten toe, plan bezienswaardigheden en eet- en drinkgelegenheden in en deel alles met je familie en vrienden.
Routeplanner<iframe src="https://plugin.routeyou.com/poiviewer/free/?language=nl&params.poi.id=2832974" width="100%" height="600" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>
Probeer deze functionaliteit gratis met een RouteYou Plus proefabonnement.
Als je al een dergelijke account hebt, meld je dan nu aan.
© 2006-2024 RouteYou - www.routeyou.com