De kapel van de Boerinnenbond: landelijke vroomheid

In 1895, vijf jaar na de stichting van de Boerenbond in Leuven, kende Betekom reeds zijn Boerengilde.Twee jaar later telde men 360 leden. Het is dan ook niet te verwonderen dat de Boerinnenbond hier zou bloeien.
In de beginjaren was de werking van de Boerinnenbond afgestemd op de taak van de vrouw in de landbouw. Er werden lessen gegeven over veeteelt, zuivel en tuinbouw, koken en naaien, opvoeding van de kinderen, hygiëne en ziekenzorg. Toen reeds was er aandacht voor het verbeteren van de voeding, voor de verzorging van zuigelingen en voor een goede scholing voor meisjes op de buiten.
Maar evenzeer ageerde ze tegen de morele kwalen van die tijd: ‘ontkerkelijking, lichtzinnigheid en schaamteloosheid’. In 1936 werd het 25-jarig bestaan gevierd door een massale oprichting van veldkapellen in het Vlaamse land. Hoewel niet verplicht, ging de voorkeur uit naar een modern ontwerp van een driehoekige pijlerkapel, wit en blauw geschilderd en met een kleine nis voor het Mariabeeld.

Jan Rymenams