Chapelle St-Louis

Als we de overlevering mogen geloven, waren houthakkers eens een boom aan het vellen bij de ingang van de stad, en een groot hol stuk hout, in de vage vorm van een beeldje, kwam los; De vrome arbeiders brachten hun bevindingen naar een monnik van de abdij, die bekend stond om zijn vaardige handen, die een kleine maagd kerfde, die hij zelfs naar Rome stuurde om het door de paus te laten zegenen. Bij zijn terugkeer uit de heilige stad werd het beeldje in een nis geplaatst die in de oude eik was aangebracht. Op de feesten van Onze-Lieve-Vrouw werden daar kaarsen aangestoken en bijna elke dag kwamen mensen knielen aan de voet van de boom die het decor was van de Madonna.

Op een steenworp afstand had de familie Blasius een tuin waar de kinderen en kleinkinderen van de eigenaars ronddartelden. Aan het eind van de vorige eeuw werd het naïeve verhaal van de stichting van de kapel verteld. De stichter behoorde tot de familie Blasius-Marbaise en leefde in de 18e eeuw. Op een dag was een kind van Blasius in de tuin van de familie met zijn gouvernante en duwde een erwt in zijn neus. Ondanks de beste inspanningen van de gouvernante en de moeder van het kind, kon het niet verwijderd worden. De treurende moeder hield een noveen aan de voet van de Madonna van de Eik, en op de negende dag kwam de erwt er zonder enige tussenkomst uit. Uit dankbaarheid bouwde de familie Blasius een kapel voor Onze Lieve Vrouw en werd het beeld verplaatst van de eik, zijn eeuwenoude schuilplaats, naar het bescheiden heiligdom.

Men is het er algemeen over eens dat de kapel rond 1740 werd gebouwd onder het beschermheerschap van Saint-Louis, koning van Frankrijk.
Lodewijk IX, die in 1215 werd geboren en op twaalfjarige leeftijd koning werd, werd vroom opgevoed door zijn moeder, koningin Blanche van Castilië. Na een ziekte zwoer hij een kruistocht te ondernemen, de zevende, om Jeruzalem te veroveren. Aanvankelijk zegevierend, viel hij door een tegenslag in de strijd in de handen van de Saracenen. Hij werd in 1249 bevrijd door de stad Damietta (Egypte) als geschenk af te staan. Op 55 jarige leeftijd, in 1270 ondernam hij zijn achtste en laatste kruistocht, maar een epidemie decimeerde zijn leger en ook hemzelf. Hij gaf zijn ziel terug aan god in Tunis datzelfde jaar. Zijn feestdag is 25 augustus.

Maar later werd de kapel onder het protectoraat van Saint-Louis de Gonzague geplaatst, zonder kenbare reden. Hij werd in 1568 in Castiglione geboren en zette zich in voor de pestlijders. Zelf stierf hij op 23 jarige leeftijd aan de pest. Hij is de patroonheilige van de jeugd met feestdag op 21 juni.

In de kapel staan er beeltenissen van Saint-Louis en Sainte-Appoline. Zij werd in het vujuur geworpen nadat haar tanden werden uitgetrokken. Daarom is zij de patrones van de tandartsen.

Willem Vandenameele