Ons Huis

Reeds voor de Eerste Wereldoorlog had de katholieke zuil in Aarschot vakverenigingen gesticht die deels onderdak vonden in dit lokaal dat toen eigendom was van de Vlaamse Broederbond en De Zwarte Leeuw werd genoemd. In 1907 werd het overkoepelende Verbond der Kristene Vakvereenigingen opgericht met een ‘werkloozenkas’.

Na de invoering van het Algemeen Stemrecht in 1919, besefte de kerkelijke overheid dat de stem van de arbeiders even belangrijk, zo niet in aantal belangrijker was dan deze van de rijkere burgerij. Om de greep op de arbeidersmassa niet te verliezen aan het opkomend socialisme, werd meer aandacht aan de organisatie en de ondersteuning van de arbeiders besteed. In Aarschot werd door de geestelijke overheid aan E. H. Ernest Leirs, leraar godsdienst aan de rijksmiddelbare school, gevraagd om een Kristen Werkliedenbond op te richten. Binnen enkele jaren werd het een van de meest bloeiende verenigingen van de stad. Nog voor het einde van 1919 telde de bond 400 leden. Het jaar daarop was dit verdubbeld. In 1921 werd een Vrouwenbond opgericht die van in het begin reeds 150 leden telde.

Er ontstonden syndicaten, spaar- en pensioenkassen, een ziekenfonds en zelfs een studiekring en toneelvereniging. Er werd veel aandacht besteed aan vorming. In 1925 werden hier in Ons Huis de Christelijke Vakscholen geïnstalleerd en werden avondlessen in tal van vakken gegeven. Eveneens in 1925 kwam er een plaatselijke afdeling van de Katholieke Arbeiders Jeugd. In 1931 telde de KWB 900 leden en bij het ziekenfonds waren zelfs 2000 leden aangesloten. De beweging was uitgegroeid tot een niet te negeren macht in de stad.

Jan Rymenams