Sint-Donatuspark. Een hoek met contrasten in de Vlamingsenstraat.

Je ziet hier een klein, bijna in het groen verscholen paadje dat de Vlamingenstraat met het Donatuspark verbindt. Het is hier dat de stad de eerste tuinen van Den Horen aankocht om het park verder uit te breiden dan alleen maar de platanendreef. Deze hoek geeft ons even de gelegenheid om naar enkele merkwaardige gebouwen in de Vlamingenstraat te kijken. Het straatdeel geeft ons een goed beeld van hoe de straat er uit zag op het moment dat het park ingericht werd. In de straat hebben we zowel arbeidershuisjes als de huizen van de betere burgerij.

De ‘witte’ arbeidershuisjes dateren van het begin van de 19de eeuw, maar we zien hier ook nog Den Horen, daterend vanuit de 1621 en waar o.a. Spaanse soldaten woonden. De minder gegoede burgerij kunnen we situeren in de neoclassicistische of empirehuizen huizen tegenover het park die rond 1850 en voor de aanleg van het park in serie gebouwd werden. Dus duidelijk niet bedoeld om een uiting te zijn van een zelfbewuste burger. Ook de huizen uit 1838 op de hoek met de Monnikenstraat zijn eenvoudig. Vermoedelijk zijn dat de huizen met het balkon later gebouwd zijn wanneer het park er reeds was. Typisch zijn de balkons zodat je de parklucht kon opsnuiven en van op afstand kon observeren wat er zich in het park afspeelde en vooral wie er flaneerde.

Rijker is dan weer het statige herenhuis op nummer 116, opgetrokken in 1878, neoclassicistisch,met souterrain, bel-etage, balkons, Franse voegen, porte cochère en tenslotte zolderkamers voor het dienstpersoneel. Let ook op de voetschrapers.

Opvallend is het gebouw dat eertijds het Instituut voor Electromechanica was. In 1900 werd hier het voormalig Instituut voor Electromechanica van de Katholieke Universiteit Leuven, opgericht naar ontwerp van architect Vincent Lenertz (1864-1914). Nadien kwamen hier de zogenaamde Speciale Scholen voor burgerlijk ingenieurs, het Kunsthistorisch Instituut (1953-1974) en de Audiovisuele Dienst (vanaf 1982). Vandaag is er de Vlerick Leuven Gent Management School gevestigd. De in oorsprong ten zuiden van het complex gelegen conciërgewoning en verwarmingslokalen, werden in 1968 afgebroken bij de bouw van het aanpalende studentenrestaurant en meisjespedagogie.

Het instituut was behoorlijk ingericht en moest de studenten klaarstomen voor een job in de industrie. Naast labo’s beschikte het instituut over een moderne machinehal voor het praktische onderwijs van de studenten. Deze konden zo zonder stage onmiddellijk in de elektriciteitsnijverheid aan de slag.

Zowel de bouwheer professor Honoré Ponthière als de architect werden in augustus 1915 doodgeschoten, resp. in Hastière en Leuven.

Jan Rymenams