Stuw aan de Quai des vieux Moulins: de Amblève op zijn breedst

De Quai des vieux Moulins verwijst naar het kanaal dat vroeger naar de watermolens van de abdij liep en vandaag de kleine waterkrachtcentrale nabij de abdij voedt. Op het ‘eiland tussen kanaal en de Amblève, ‘les Bressaix’, is er het ruime sportcomplex van Stavelot. Vroeger moet deze weg wel idyllische geweest zijn, want het was een geliefde pad naar de ‘passerelle’, enkele kilometers verder. Vandaag oogt het nog weinig romantisch maar is het pad een noodzakelijk kwaad om de fraaie omgeving stroomopwaarts te ontdekken. Om het water in het kanaal op peil te houden werd er een kleine vaste stuw aangebracht. Het zicht op de rivier is hier wijds, zeker in perioden van regenval wanneer het water hoog staat en snel stroomt. Hier kan je het kanaal oversteken en is het begin van een fraai pad langs de oever. Of je kan je hier rustig op de bank zitten en mijmeren bij het voorbijvliedend water.

We zijn hier zowat halverwege de loop van de 90-kilometerlange rivier, de Amblève. De Amblève (Duits: Amel) is een zijrivier op de rechteroever van de Ourthe en dus ook van de Maas. Ze stroomt volledig door de provincie Luik. De naam zou van Germaanse oorsprong zijn en "elzenrivier" betekenen (ambla = "els" en ah va = "water"). Niet te verwonderen want elzen zie je hier vaak aan de oever staan.

De Amblève ontspringt in de Ardennen tussen Hepscheid (gemeente Amel) en Honsfeld (gemeente Bullingen), aan de rand van het natuurpark Hoge Venen, op een hoogte van ongeveer 600 meter. Voor het grootste deel van zijn loop in de Ardennen heeft de Amblève een diepe vallei uitgesleten waarvan de steile hellingen ongeschikt zijn voor landbouw en bedekt zijn met bossen. De Amblève-vallei is omwille van die steile hellingen en heuvelkammen (crèrs) met weidse zichten favoriet bij fietsers en wielertoeristen. De beklimmingen behoren tot de zwaarste van België. Niet toevallig zijn ze opgenomen in de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik.

Jan Rymenams