Musée d'Histoire naturelle & Vivarium - Doornik

Het Natuurhistorisch Museum en Vivarium van werd in 1828 werd geïnstalleerd op de site van de voormalige brouwerij Saint-Martin, is het eerste museum in België dat toegankelijk is voor het publiek met o.a. schenkingen van koning Leopold I.

In 1839 huldigt het museum zijn nieuwe gebouw, galerij en vierkante zaal in op de grote binnenplaats van het stadhuis van Doornik. De reputatie van het museum strekt zich uit tot buiten de grenzen van België en er zijn contacten gelegd met de steden Londen, Parijs , Amsterdam, maar ook Meiringen, Moskou en Curaçao . Na tien jaar van voorspoed raakte het museum na de dood van de oprichters in de vergetelheid. Mondiale conflicten dragen bij aan deze desinteresse. In 1959 werd Paul Simon benoemd tot conservator van het museum. Hij bracht het museum nieuw leven in door de ramen van de hoofdgalerij te renoveren en dertien diorama's in de vierkante zaal te plaatsen.

Heden ten dage biedt het museum een gevarieerde collectie van genaturaliseerde dieren (waaronder veel vogelsoorten), gegroepeerd in grote families en volgens een evolutionaire logica, die ontdekt kunnen worden langs een glazen galerij, met enkele exemplaren van grote zoogdieren in het midden (giraffe, indrukwekkende Aziatische olifant en pelsrob). Het museum beschikt ook over vivaria met zo'n zestig soorten levende reptielen, insecten en spinachtigen (waaronder een verscheidenheid aan vogelspinnen), verschillende aquaria met opmerkelijke soorten (longvissen, periophthalmus) en een serre voor exotische vlinders.

Willem Vandenameele