Huis Gulden Cop

Margareta werd geboren in 1480, als kleindochter van de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Karel de Stoute had tegen die tijd de bestuurlijke en juridische macht over de Nederlanden al gecentraliseerd in Mechelen. Hij richtte er de Grote Raad op, een rechtbank die alle rechtbanken in de Bourgondische gebieden overkoepelde. Zijn zoon Filips de Schone was aangesteld als landvoogd en vestigde zich ook in Mechelen. “Deze stad was een Heerlijkheid, een enclave die niet bij het Graafschap Vlaanderen of het Hertogdom Brabant hoorde. Door voor Mechelen te kiezen, vermeed de hertog conflicten.”

De stad floreerde. Er kwamen veel Bourgondische edellieden wonen en overal werden stadspaleizen en kerken opgetrokken. Er verrezen rijke versierde gildehuizen en woningen met opvallende houten gevels. Toen Filips de Schone in 1506 stierf, was zijn zoon en opvolger prins Karel V amper 6 jaar, waardoor Margareta naar voren werd geschoven. Zij nam het landvoogdijschap over in 1507.

Het houten huis waar we nu voor staan, heette ten tijde van Margareta Huis Gulden Kop. “Vandaag staat het bekend als ‘Prins van Parma’, al is het verhaal achter die benaming niet helemaal duidelijk. Het huis werd gebouwd in de 15de eeuw, een tijd waarin alle huizen een houten voorgevel hadden. Dit huis was in die tijd ook al chic en groot. Van 1460 tot 1568 woonde en werkte hier de klokkengietersfamilie Waghevens. Klokken gieten was een gevaarlijk en voornaam beroep.” Vandaag is op de benedenverdieping een winkel. De laatgotische houten puntgevel werd in de 19de eeuw gerestaureerd.

GVA - Gazet van Antwerpen