Stadshoeve - Suikerpark

Toon kaartNavigerenAfdrukkenDownloadenBewerken

Afdrukken

Downloaden

Advertentie
Advertentie
41,6 km
46 m
02u18
Easy

Bekijk op interactieve kaart

Route-informatie

638 keer bekeken | Publiek

Beschrijving door de auteur

Recreatieve fietsroute in het land van Geeraert & Cogge.

We fietsen richting het sluizencomplex, beter gekend als de "Ganzepoot" hier houden we even halt ter hoogte van het borstbeeld van Hendrik Geeraert.

Het was Hendrik die samen met de genie soldaten instond voor instandhouding van de onder waterzetting gedurende WO1.

Hendrik Geeraert (Nieuwpoort15 juli 1863 – Brugge17 januari 1925) is een Belgische volksheld, in het interbellum de verpersoonlijking van het burgerverzet tegen de Duitse invaller. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Hendrik Geeraert bij de Belgische soldaten achter de IJzer beroemd als de Nieuwpoortse schipper die in oktober 1914 'de sluizen in Nieuwpoort opende en alzo het Duitse leger een halt toeriep'.

Hendrik werd geboren in de Langestraat 40 in Nieuwpoort als zoon van schipper Augustinus Gheeraert en Anna Veranneman, een huishoudster en kantwerkster. Hendrik werd binnenschipper. Op 24-jarige leeftijd huwde hij in Veurne met Melanie Jonckheere en het echtpaar kreeg acht kinderen.

Inundatie[bewerken | brontekst bewerken]

Half oktober 1914 kwam Geeraert in contact met het Belgisch geniedetachement de Sapeurs-Mariniers dat de sluizen in Nieuwpoort bewaakte. Om het bedreigde bruggenhoofd van Lombardsijde te beschermen beval het opperbevel op 21 oktober de polder van Nieuwendamme onder water te zetten. Hierbij werden de genisten geholpen door Geeraert.

Dit was een tijdelijke verademing en op 25 oktober werd beslist de ganse streek tussen Nieuwpoort en Diksmuide te inunderen. De eerste poging (het "Plan B" voorgesteld door Karel Cogge - het "Plan A" van Cogge stuitte oorspronkelijk op veto van de legerleiding) gaf niet de verwachte resultaten. Op 29 oktober besloot het opperbevel toch het "Plan A" van Cogge uit te voeren: de overlaat van de Noordvaart in de Ganzepoot in Nieuwpoort te openen. Hierbij leverde Geeraert zijn assistentie. Na dit succes bleef de 51-jarige de ganse oorlog bij de compagnie die de sluizen bediende.

Op het einde van de oorlog werd hij ziek. Op zijn sterfbed werd hij op 25 december 1924 benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde. Hij wordt ook “Legendarisch figuur van het Veldleger 1914-1918” genoemd, een (niet officiële) titel die ook voor Koning Albert wordt gebruikt. Verder had hij nog medailles en zeven frontstrepen. Hij overleed in het Sint-Julius Godshuis (Broeders van Liefde) in de Bouveriestraat in Brugge op 17 januari 1925.[1] Hij werd onder massale belangstelling ten grave gedragen. In de jaren 50 werd zijn portret gebruikt op het bankbiljet van duizend Belgische frank.

260px-Henri_Geeraert_%C3%A9clusier.jpg

We fietsen lags de vaart verder tot aan de (ooit oude spoorweg) brug. Hier slaan we links af en fietsen nu op de Frontzate.

*

Spoorlijn 74 was een Belgische spoorlijn die Kaaskerke (bij Diksmuide) met Nieuwpoort-Bad verbond. De lijn was 15,8 km lang. Deze spoorlijn wordt in de streek ook de "Frontzate" genoemd, omwille van het belang van deze spoorlijn in de Eerste Wereldoorlog.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Op 10 februari 1868 werd de spoorlijn geopend door de Belgische Staatsspoorwegen. In de Slag om de IJzer diende de spoorwegberm als buffer voor het water uit de IJzer, waardoor de hele vlakte tussen de IJzer en de spoorwegberm onder water werd gezet.

Het reizigersverkeer werd opgeheven op 18 mei 1952. Goederenvervoer bleef nog mogelijk tussen Nieuwpoort-Stad en Diksmuide tot 1974. In 1977 werden de sporen opgebroken. De spoorlijn was enkelsporig uitgevoerd en werd nooit geëlektrificeerd.

Rond 1980 waren er plannen om op deze bedding een toeristische tramlijn aan te leggen, maar men is niet verder gekomen dan twee stootblokken en enkele korte stukken meterspoor op de goederenkoer van het station Ramskapelle. Nadien werd op de spoorwegbedding een fiets- en wandelpad aangelegd. De Frontzate wordt nu als groene as beheerd door de provincie West-Vlaanderen.

Langs de spoorlijn zijn nog vele bunkers, observatieposten en geschutsstellingen te zien uit de Eerste Wereldoorlog.

We fietsen verder op de spoorwegberm voorbij Ramskapelle, om vervolgens rechts af te slaan richting Booitshoeke. We steken de drukke baan over, en fietsen krinkeldewinkel richt het polderdorpje.

*

Booitshoeke is een polderdorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is sinds 1971 een deelgemeente van de stad Veurne. Het ontvolkend landbouwdorpje telde in 2018 nog slechts 75 inwoners.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Booitshoeke was een parochie in 1190, nadat het vroeger bij die van Wulpen had gehoord. Een oude vermelding van de plaatsnaam gaat terug tot 1239, als Boidenkinshoucke'. Tot 1566 behoorde het tot het bisdom Terwaan, daarna tot het bisdom Ieper. Het dorp werd in 1659 door het Spaanse leger geplunderd.

Op de Ferrariskaarten uit 1777 is het dorp te zien als Boitshoucke. De kerk met kerkhof stond op een domein met slotgrachten errond langs drie zijden. Vlak ernaast lagen nog 2 boerderijen die volledig omgracht waren en enkel bereikbaar via een houten brugje. Alle andere gebouwen lagen een heel eind weg van de kerk, het waren allemaal alleenstaande boerderijen in het landschap van drassige weiden en velden. Alles tezamen telde de parochie amper 25 gebouwen.

In 1801 ging de parochie na het afschaffen van het bisdom Brugge naar het bisdom Gent, tot in 1807 de parochie werd afgeschaft en bij Avekapelle gevoegd werd. Na de heroprichting van het bisdom Brugge in 1834 werd in 1846 ook de parochie weer opgericht.

Bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Sint-Audomaruskerk

De Sint-Audomaruskerk is een laatgotisch zaalkerkje. In 1690 werd de toren heropgebouwd en werd de kerk met twee zijbeuken uitgebreid. Een nieuw portaal kwam er in 1735. Het kerkje werd gerestaureerd in 1923 en kreeg toen ook een kerkhofmuur en sacristie. Het is sinds 1971 als monument beschermd.

Enkele 18e-eeuwse hoeven.

We volgen onze GPS verder en komen zo in het open polderlandschap richting Avekapelle. Voor het dorp slaan we links af, maar wie wil kan zeker eens doorfietsen tot de dorpskern.

Let er op om vervolgens teug te keren naar je oorspronkelijke route.

*

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Sint-Michielskerk

Avekapelle werd voor het eerst vermeld in 1199, als Auencapella afgeleid van het Germaanse Avan Kapella, kapel van Ava.

Bestuurlijke geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Op het vlak van bestuur en rechtspraak was Avekapelle tot 1795, het einde van het ancien régime, een parochie en ammanie in de Noordvierschare van de kasselrij Veurne in het graafschap Vlaanderen. Van 1795 tot 1970 was het een zelfstandige gemeente. Na de fusies van gemeenten in 1970 maakt het deel uit van Veurne.

Kerkelijke geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Kerkelijk was Avekapelle een parochie in, achtereenvolgens, de bisdommen TerwaanIeper (vanaf 1561), Gent (vanaf 1801) en Brugge (vanaf 1835). De patroonheilige van de parochie is Sint-Michiel. Vanaf 1191 tot 1795 was het patronaatschap van de parochie in handen van de Sint-Niklaasabdij van Veurne. Van 1808 tot 1857 waren de parochies Booitshoeke en 's-Heerwillemskapelle bij Avekapelle gevoegd. De oudst bekende pastoor van de parochie was een zekere Franciscus Legrijn. Hij werd in de abdij van Sint-Niklaas te Veurne in 1595 geprofest onder de naam van pater fr. Grineus. Bij die gelegenheid werd aan beide kanten van de kerk een lindeboom geplant, waarvan er anno 2021 nog één overblijft.

Algemene geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In de 17de-18de eeuw werd ongeveer een vierde van de hofsteden door oorlogsgeweld vernield en niet meer heropgebouwd. Dit tekort aan landbouwers leidde in de 18de eeuw tot verarming van de bevolking. Op de Ferrariskaarten uit 1777 wordt het dorp vermeld als Avencapelle. Doorheen het kleine dorpje stroomde de Cromme Graght. Er stond een kerk, een houten windmolen, en een vijftigtal gebouwen: boerderijen, huizen en schuren. 5 hoven hadden een slotgracht volledig of gedeeltelijk rondom hun domein. De vooruitgang van de landbouwtechniek in de 19de eeuw kon deze verarming gedeeltelijk opvangen. Sinds het einde van de 19de eeuw daalt het bevolkingscijfer als gevolg van een toenemende mechanisatie in de landbouw.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Avekapelle grotendeels verwoest. De kerkschatten waren evenwel in veiligheid gebracht in De Panne. Na de oorlog werd de gemeente heropgebouwd: de kerk en het gemeentehuis kwamen in 1924 gereed.

Met zijn 26 achterlenen was het Hof van Avekapelle het belangrijkste leen van de Burg van Veurne te Avekapelle. Tussen 1437 en 1731 was het in handen van de familie de Doys. Het wapen van deze familie werd in 1936 als het wapen van de gemeente erkend.

We vervolgen ons traject naar een al even liefelijk polderdorp Eggewaartskapelle. Hier doen we een klein ommetje om via enkele leuke grindbaantjes rond en door het dorpje te fietsen.

*

Eggewaartskapelle is een polderdorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is sinds 1971 een deelgemeente van Veurne. Het heeft een oppervlakte van iets meer dan 490 ha en telt 166 inwoners (juni 2011). Het dorpje is omgeven door enkele andere plattelandsdorpen, namelijk ZoutenaaieAlveringem en zijn deelgemeente OerenWulveringemSteenkerke en het grondgebied grenst in het oosten ook enkele honderden meter aan Pervijze.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Eggewaartskapelle werd voor het eerst vermeld in 1111 als Eggafridi Capella ofwel de kapel van Eggafrid. Deze Eggafridus Vandergracht stichtte een kapel bij de toen ontstane nederzetting. In 1115 werd de kapel verheven tot parochiekerk. Het patronaatsrecht berustte bij de Abdij van Sint-Bertinus te Sint-Omaars.

Bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

De Sint-Jans Onthoofdingkerk is de parochiekerk van Eggewaartskapelle. De neogotische kerk werd gebouwd in 1873-1874.

Het kerkhof ligt rond de kerk. Aan de achterkant van de kerk staan grafstenen van vijf Britse vliegeniers die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het Molentje Decroos

De omgrachte pastorie van de 18e eeuw.

Diverse historische boerderijen.

Sint-Jan Onthoofdingkerk

Hopelijk staat er geen te sterke zuidwesten wind, anders wordt dit stevig stoempen richting Steenkerke. (Hier kan de GPS wat raar doen,mogelijk stuurt hij je 2maal hetzelfde straatje in en uit).

Steenkerke is een landelijk dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van stad Veurne. Het patronaatsrecht behoorde toe aan de abt van de Sint-Bertijnsabdij te Sint-Omaars. Het dorp telt 409 inwoners (juni 2011). De dorpskern ligt nog steeds tussen de velden, maar bevindt zich slechts op een drietal kilometer van de stedelijke kern en een paar honderd meter van het industrieterrein van Veurne, waarvan het door de snelweg A18/E40 wordt gescheiden.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 828 werd melding gemaakt van een stichting door de Abdij van Sint-Bertinus te Sint-Omaars. In 1094 werd Steenkerke een zelfstandige parochie, waarvan zich Eggewaartskapelle in 1111, Avekapelle in 1149, en Bulskamp in 1199 afsplitsten.

Omstreeks 1300 werd de streek bezet door de Fransen, en de Veurne-Ambachtse troepen, onder leiding van Eustachius Sporkin, namen deel aan de Gulden Sporenslag (1302). Sporkin bewoonde het Hof van Sporkin. Tot 1798 lag Sporkin in een praalgraf in de Steenkerkse kerk. In 1328 vonden 74 Steenkerkenaren de dood tijdens de Slag bij Kassel.

In 1583 werd de kerk door de Geuzen verwoest, en latere troebelen in 1650, 1659, en 1702 zorgden eveneens voor vernielingen, terwijl ook de Franse tijd (einde 18e eeuw) zijn sporen naliet.

Op de Ferrariskaarten uit 1777 is Steenkerke (Steenkercke) te zien als een piepklein dorpje tussen de velden en vooral drassige weilanden. Ten noorden van de Steengracht was enkel de kerk en twee boerderijen, ten zuiden waren er ook een vijftal huizen en boerderijen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het dorp echter goeddeels gespaard, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1944, vonden op door de Duitsers inundaties plaats.

Bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Belgisch militair kerkhof

De Sint-Laurentiuskerk. Deze kerk bezit nog een (voor een deel) 12de-eeuwse Romaanse toren die, samen met het kerkorgel, sinds 1993 beschermd is.

Steenkerke heeft nog twee 19de-eeuwse hoeven, namelijk in de Bewesterpoort en in de Valkestraat. De Roode Poort is een 18e-eeuwse hoeve.

Achter de kerk ligt de Belgische militaire begraafplaats van Steenkerke, met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. De begraafplaats telt ook 30 Britse graven. In 1920 bracht de eerste IJzerbedevaart hulde aan Joe English die op dit kerkhof begraven lag, voordat hij bijgezet werd in de crypte van de IJzertoren.

Op het kerkhof liggen 2 Britse gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog

Wij wisten het reeds lang, maar door "Reizen WAES" weet heel Vlaanderen wie de bekendste inwoner van Steenkerke is!

*

Willem Vermandere (Lauwe9 februari 1940) is een Vlaams kleinkunstenaarschrijverdichterbeeldhouwerlevensfilosoofzangergitaristbasklarinettist en schilder.

Vermandere zingt steevast in zijn West-Vlaamse dialect. Zijn bekendste nummers zijn Klein ventje van ElverdingeLat mie maar lopenAls ik zingBlanche en zijn peirdBange blankemanDuizend soldatenLa Belle Rosselle en Ik plantte ne keer patatten.

We laten alle lieflijke polderdorpjes achter ons en zetten koers richting Stad Veurne.

Al voor we het centrum van deze historisch goed bewaarde stad bereiken, fietsen we langs de site van het Suikerpark. 

Hier stond ooit de suikerfabriek van Veurne. Deze industriële site kreeg door het ION-project een nieuw leven.

*

Wonen in een prachtig groene omgeving.

Met 15 hectare natuurgebied, 4 hectare recreatief park, en talloze duurzame bouwoplossingen kiest Suikerpark letterlijk voor groene groei. Iedere woning staat in directe relatie tot het park, dat zo ook een collectieve plek wordt. Het doel? Maximaal leefcomfort. Dichtbij de historische binnenstad en het station, biedt de site alle voordelen van de stad én de natuur.

Levendige buurt bruisend van activiteiten.

In Suikerpark kan je met alle privacy wonen. Zodra je zin hebt in wat leven of activiteit stap je buiten en ben je direct omringd door een toffe buurt. Op het Suikerplein is er altijd wat te beleven.

We trekken via het station richt stadscentrum, via enkele leuke straatjes en pleintjes komen we op de grote markt.

Hier kan je zeker terecht voor het stillen van een hongertje.

Je kan zeker de fiets even opzij (veilig) plaatsen en een wandeling maken in de goed bewaarde stadskern.

Achter de kerk kom je eveneens het borstbeeld van Karel Cogge tegen. Samen met Hendrik Geeraert was hij mede verantwoordelijk voor de plannen van de onderwaterzetting van de Yzervlakte.

*

Karel Cogge

Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Borstbeeld van Karel Cogge in Veurne (12 sep 2004)

Graf van Karel en Mietje Cogge op begraafplats te Veurne.

Borstbeeld gemaakt door Jules Lagae.

Karel Lodewijk Cogge (Veurne31 januari 1855 – 15 juni 1922) was een opzichter van de Noordwatering van Veurne (NWV).

In de eerste maanden van de Eerste Wereldoorlog trekt het Belgische leger bij de Slag om de IJzer, onder druk van de Duitsers, terug tot achter de IJzer. In de tweede helft van de maand oktober 1914 wordt duidelijk dat de Belgische troepen hun posities achter de IJzer moeilijk kunnen blijven verdedigen. Bovendien waren de Fransen van plan om zelf bij Duinkerke stukken land onder water te zetten, waardoor de Belgische troepen riskeren ingesloten te geraken. De militaire staf zoekt dan ook middelen om de Duitse troepen een halt toe te roepen. Dat leidt in de nacht van 21 op 22 oktober, met de hulp van Hendrik Geeraert, tot het onder water zetten van de Sint-Jorispolder, maar het resultaat is te beperkt om de Duitse troepen tegen te houden.

Op zondag 25 oktober 1914 wordt Karel Cogge ondervraagd door de Belgische stafofficier Prudent Nuyten over de mogelijkheden om de streek tussen de verhoogde spoorwegberm Diksmuide-Nieuwpoort en de linkeroever van de IJzer onder water te zetten. Als gevolg van deze gesprekken gaat Cogge met kapitein-commandant van de genie Victor Jamotte op verkenning langs de spoorwegberm, want deze moet op tal van plaatsen gedicht worden teneinde het water van de inundatie tegen te houden. Een tweede probleem om dit gebied onder water te zetten is het feit dat de stuw die opengezet moet worden bijna onder de neus van de Duitse troepen ligt. Daarom wordt eerst geopteerd om water te laten binnenlopen via het Kattesas, een ander sas wat indirect ook op de Beverdijkvaart is aangesloten. Gedurende twee opeenvolgende nachten (26 op 27 en 27 op 28 oktober) gaat Karel Cogge met reservekapitein Robert Thys van de genie mee naar het Kattesas (ook bekend als Spaanse sluis; ook vaak omschreven als "sas van de Oude Veurnevaart") in Nieuwpoort (zie Ganzepoot in Nieuwpoort) om dit te openen. Het water kan inderdaad de grote Beverdijkvaart inlopen, maar het debiet via deze omweg is te klein om het gebied volledig onder water te zetten.

Na advies van ingenieur Bourgoignie wordt beslist om toch Karel Cogge's originele plan uit te voeren: De overlaat van de Noordvaart wordt telkens bij vloed 's nachts opengezet. De uitvoering van dit plan gebeurt weer met medewerking van Hendrik Geeraert, want de bewuste overlaat bevindt zich aan de Ganzepoot waar eerder al de Sint-Jorispolder mee onder water werd gezet. En dit plan werkt wel: na 4 nachten staat 15 km frontlinie onder water. De eenheid van kapitein-commandant Robert Thys zal de rest van de oorlog deze situatie in stand weten te houden, waardoor de Duitse troepen 4 jaar geen wezenlijke vooruitgang konden boeken op dit front.

Voor zijn bijdrage aan de inundatie kreeg Karel Cogge op 4 november 1914 door koning Albert I het ridderkruis van de Leopoldsorde opgespeld. Hem werd ook tweehonderd Belgische frank beloofd. Het leger keerde hem op 4 juli 1916 het tienvoudige uit (tweeduizend Belgische Frank was in die tijd ongeveer de jaarwedde voor een onderwijzer).

Pas na de oorlog leerden Karel Cogge en Hendrik Geeraert elkaar kennen. Op 30 oktober 1920 werden ze samen door de “Ligue du Souvenir” in de Parkschouwburg te Brussel gehuldigd.

Karel-Lodewijk Cogge was gehuwd met Marie 'Mietje' Libbrecht. Samen hadden ze twaalf kinderen, van wie er tien op jonge leeftijd stierven. Zoon Camiel was in de Eerste Wereldoorlog beroepsofficier en bracht het later tot kolonel. Dochter Clementine bleef ongehuwd. Karel overleed op 15 juni 1922.

We verlaten Veurne (zeker de moeite om deze stad eens te komen bezoeken, de woensdag is het marktdag) en fietsen nu via het kanaal terug richting Nieuwpoort.

Wie er nog een kleine extra lus bij wenst, neemt de voetgangersbrug tussen Veurne & Wulpen, indien je dit niet wenst blijf je het kanaal volgen, zo kom je terug in Wulpen op het GPS parcours.

Voor de sportieveling die het volledige traject wil volgen, zetten we onze fietstocht verder door de open polder richting Wulpen.

*

Wulpen is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de kustgemeente Koksijde.

Ligging[bewerken | brontekst bewerken]

Wulpen ligt achter de oude spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide die een sleutelrol speelde tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de Slag aan de IJzer. In Ramskapelle, vlak bij de grens met Wulpen, staan de restanten van een observatiepost, van waaruit men over de spoordijk kon uitkijken.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Wulpen wordt voor het eerste vermeld in 1116; hieruit ontstond Booitshoeke, waarmee het samen één ammanie vormde. Het dorp en de kerk werden in 1577 door de Geuzen verwoest. In 1645-1646 was er een pestepidemie. Ook waren er in de 17e eeuw belegeringen door Fransen en Spanjaarden.

Op de Ferrariskaarten uit 1777 is Wulpen te zien als een nog veel kleiner dorpje dan vandaag[(sinds) wanneer?]. De dorpskern omvatte de kerk en een 15-tal huizen en boerderijen. Het gehucht Wulpendamme (500 meter noordelijker) bestond toen uit een tiental rijhuizen bij de dijk en één boerderij. Enkele kilometers oostelijker lag de Allaertshuysen, later opgesplitst in de Opper- en de Nederallaertshuizen of de Grote en de Kleine Allaertshuysen, die in het bezit was van de Duinenabdij en de enige grote boerderij van Wulpen was.

Naast de landbouw was er ook enige industrie: In 1900 waren er vier steenbakkerijen.

Eerste Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

De onderwaterzetting van het front tussen de oude spoorwegberm en de IJzer teneinde de opmars van de Duitsers in oktober 1914 te stoppen, werd in Wulpen uitgedacht bij onderwijzer Van Marcke. Bij hem waren twee hoge officieren van het Belgische leger gekantonneerd. De onderwijzer wees hen op de talrijke onderwaterzettingen buiten de muren van de stad Nieuwpoort teneinde de stad te vrijwaren van oorlogsgeweld en bezetting door vreemde legers in de loop der eeuwen. Dit plan werd nadien uiteengezet op het hoofdkwartier van koning Albert I in VeurneKarel Cogge, opzichter van de Noordwateringen van Veurne, werd er bij gehaald en hij tekende uit hoe dit gebied kon overstroomd worden. Schipper Hendrik Geeraert kwam nadien helpen door de sluizen van Nieuwpoort open te draaien. De onderwaterzetting duurde vier jaar en de Duitsers zijn nooit over de spoorwegberm geraakt.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de standerdmolen en de torenspits opgeblazen.

In 1970 fuseerde Wulpen met Oostduinkerke om in 1977 verder te fuseren tot de fusiegemeente Koksijde.

Nadat we het kanaal terug overgestoken hebben slaan we rechts af, en vervolgen we onze rit terug via het kanaal. Na enkele veeroosters komen we op de "schappedreve" (tijdens de zomer doen de schapen hier aan natuurlijk bermbeheer)

We fietsen onder de Zelte brug door en komen zo terug in Nieuwpoort, waar we nog even met de fiets een kleine stadsverkenning voor de boeg hebben.

We zijn op de Markt terecht gekomen (vrijdag = marktdag) , we gaan onder de boog tussen stadhuis en lakenhal door en komen op het Geeraertplein ook wel het "zwienemakrktje" in de volksmond.

*

Nieuwpoort (FransNieuport) is een stad en badplaats aan de Vlaamse Kust. Nieuwpoort zelf bestaat eigenlijk uit twee delen, Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad. Daarnaast behoren tot de gemeente ook de dorpjes Sint-Joris en Ramskapelle. De stad telt ruim 11.600 inwoners (2019).

In Nieuwpoort mondt de rivier de IJzer via de Ganzepoot (zie Bezienswaardigheden) uit in de Noordzee.

Toponymie[bewerken | brontekst bewerken]

Nieuwpoort vanuit het zuidwesten gezien

Nieuwpoort in 1641 in Flandria Illustrata van Antoon Sanders
Opgelet, het noorden ligt onderaan

Isera Portus, de eerste naam voor Nieuwpoort dook in 1150 in geschriften op. Later sprak men van Neo Portus en Novum OppidumNovus Portus (Nieuwpoort) is de benaming die het ten slotte haalde. Nieuwpoort ("de nieuwe haven") is zo benoemd in tegenstelling met de oude haven, namelijk Lombardsijde ("waar de Lombarden, dat wil zeggen de inpandnemers, leven"), die reeds sinds voor 1115 aan de (huidige) overkant van de IJzer bestaat.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De kuststreek onderging in de loop der eeuwen de invloed van de drie Duinkerke-transgressies die het landschap drastisch veranderden.

Middeleeuwen[bewerken | brontekst bewerken]

Filips van de Elzas verleende de nederzetting een stichtingskeure die haar rechten en verplichtingen op sociaal, economisch, financieel en politiek vlak vastlegde. Nieuwpoort behoort hiermee tot de reeks van de havensteden die door de Vlaamse graven Diederik van de Elzas en Filips van de Elzas ter bevordering van het economische leven langs de Noordzeekust gesticht werden. Andere steden die tot deze reeks behoren zijn GrevelingenMardijkDuinkerkeDamme en Biervliet[1]. In de 13e en 14e eeuw kreeg Nieuwpoort te maken met plunderaars uit Frankrijk (1213 en 1299) en Gent (1383).

In 1489 vielen Bruggelingen, Fransen en Gentenaars de stad aan. Jan Turpin, toenmalig burgemeester van de stad, riep de hulp in van de Nieuwpoortse vrouwen die volgens een plaatselijk kroniekschrijver soo cloeckelijkcke vochten als Amazones. Als dank voor de overwinning maakten de Nieuwpoortenaars wellicht hun eerste reus (toen nog Stadreus of simpelweg Reus genoemd). Eeuwen later, bij het bouwen van een nieuwe reus in 1926, greep de plaatselijke reuzengilde terug naar deze strijd en bouwde de reus 'Jan Turpin'.

17e en 18e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

De oude vuurtoren

Aan het einde van de 16e en begin van de zeventiende eeuw, zijn er verschillende heksenprocessen in Nieuwpoort. Van de 31 beschuldigde burgers (bijna allemaal afkomstig uit Nieuwpoort), vonden er uiteindelijk 18 mensen de dood op de brandstapel[2].

Nieuwpoort is vooral bekend door de Slag bij Nieuwpoort in 1600 tussen de Republiek en de Spaanse legers. In de 17e en 18e eeuw kregen de inwoners vijf keer met de Fransen te maken (1647165817451793 en 1794). In 1717 kwam Peter de Grote op bezoek. In de late 17e eeuw en eerste helft van de 18e eeuw was de stad een van de vestingsteden die deel uitmaakten van de Nederlandse vestingbarrière in de Zuidelijke Nederlanden.

Op de Ferrariskaarten uit de jaren 1770 is Nieuwpoort te zien als Nieuport. Het was een klein stadje, volledig omringd door een stadsmuur en een grote slotgracht. Het stratenpatroon was ordelijk opgebouwd uit rechthoekige blokken. In de noordwestelijke en zuidoostelijke hoek van de stad bevonden zich boomgaarden. Bijna achter alle rijhuizen waren er moestuinen, in het westen was er een houten windmolen, en de kerk was helemaal in het zuiden. Plaats voor uitbreiding was er niet meer binnen de muren.

 

19e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In 1856 werden de beperkingen van Nieuwpoort als garnizoensstad opgeheven. Van 1861-1866 werden de vestingwerken gesloopt. Hierdoor kon Nieuwpoort zich uitbreiden en kwam ook het kusttoerisme op gang, waardoor Nieuwpoort-Bad ontstond.

Het kusttoerisme kwam goed op gang na de aanleg van de spoorverbinding die Nieuwpoort-Bad met Brussel verbond. Op 15 augustus 1869 stoomde de eerste trein het station binnen, met koning Leopold II als passagier aan boord.

20e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de Slag om de IJzer raakte Nieuwpoort zwaar beschadigd. Het was een steunpunt voor de verdediging van het Belgisch leger dat zich kon handhaven na de inundatie van een gebied gelegen tussen de IJzer en de spoorwegbedding van de spoorweglijn Nieuwpoort-Diksmuide.

Een detachement van de Belgische genie, geholpen door schipper Hendrik Geeraert, opende in de nacht van 29 op 30 oktober 1914 de uitlaatsluizen van Veurne-Ambacht) en zette zo het terrein ten zuidwesten van de IJzer onder water.

Een eerste poging tot inunderen, op 26 oktober aan de kleine, Spaanse sluis op de Oude Veurnevaart (ook Oud-Veurnesas of Kattesas genoemd), onder leiding van geniekapitein Robert Thys en met de hulp van Karel Cogge, had niet de verhoopte resultaten opgeleverd.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de haven en het kusttoerisme te Nieuwpoort verder uitgebreid. Om dit te realiseren nam de stad in 1949 uitbreiding langs de IJzermonding via annexaties van gebieden ten koste van LombardsijdeWestende en Ramskapelle. In het westen werd Nieuwpoort-Bad, dat volledig op het grondgebied van de gemeente Oostduinkerke lag, aangehecht. Het grondgebied van de stad verviervoudigde meteen in oppervlakte: van 2,05 km² naar 8,11 km².

In 1971 werden de gemeenten Ramskapelle en Sint-Joris volledig bij Nieuwpoort aangehecht samen met een gebiedsdeel van Westende zodat de oppervlakte nogmaals bijna verviervoudigde naar 29,67 km². In 1977 werd dan nog het gedeelte van Lombardsijde met het militaire kamp ten westen van de Kustlaan bij de stad Nieuwpoort gevoegd.

We vervolgen onze route op de Willem De Roolaan, om via de schoolstraat langs het "bommevrie" te passeren.

*

 

Bommevrij (ook Bommenvrij genoemd) is een beschermd historisch arsenaal in Nieuwpoort. Het is een zeldzaam voorbeeld van Nederlandse militaire architectuur uit het begin van de 19e eeuw tijdens het Hollandse bewind.[1].

Bommevrij was het enige gebouw in het centrum van Nieuwpoort dat beide wereldoorlogen heeft overleefd.[2]

Gechiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Na de val van het Eerste Franse Keizerrijk moest Frankrijk omringd worden door sterke staten en werd het Verenigd koninkrijk der Nederlanden gesticht. Om de zuidelijke grens te beschermen tegen een invasie uit Frankrijk werd de Wellington-barrière aangelegd. Nieuwpoort werd een van de onderdelen en de oude vesting moest aangepast worden aan de nieuwste militaire ontwikkelingen en had nieuwe infrastructuur nodig. Bommevrij en de (herbouwde) Duvetorre zijn de enige overblijvende militaire gebouwen van deze periode in Nieuwpoort.

De bouw van het arsenaal duurde van 1818 tot 1822.[3] en gebeurde onder leiding van Albert Goblet.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw licht beschadigd aan de buitenkant maar werd geen ruïne zoals de andere gebouwen in Nieuwpoort-stad. In de Tweede Wereldoorlog boorde een projectiel zich door het dak maar buiten dat feit bleef het gebouw ongeschonden.[4]

Op 14 juli 1994 werd het gebouw beschermd als monument [5] en op 14 september 2009 als vastgesteld bouwkundig erfgoed.[6]

De laatste kilometer is in aantocht, maar voor we ons eindoel bereiken gaan we nog even in de rem ter hoogte van het gedenkteken van "Le sapeur pontonniers" in de Ieperstraat. 

Het verhaal van Kapitein Robert Thys en zijn soldaten kom je zeker te weten in de stadshoeve om de hoek.

Na de inspanning hoort de ontspanning, daarvoor ben je aan het juiste adres in de pop - up zomerbar " Le Jardin"

Hier kan je napraten bij een hapje en een drankje. 

Voor de bierliefhebbers. tip : probeer zeker eens het blonde biertje Henri of hou je liever van bruin kies dan zeker voor een Karel . :) 

 

 

Advertentie

Navigeer naar startpunt

Community-foto's

Gerapporteerde problemen

Iets opgevallen op deze route?Probleem toevoegen

Bezienswaardigheden

Interessante producten voor jouw trip

Advertentie

Reacties

Activiteiten

In de buurt

Aanbevolen routes

Overnachtingen in de buurt

Diensten in de buurt

Navigeer de route met...

RouteYou app Open

Browser

Advertentie

Deze advertentie niet meer zien?
Upgrade nu

Even geduld, de navigatie wordt voorbereid.

Je kan nu navigeren. Veel plezier onderweg!

Starten

Het verwerken van de aanvraag is mislukt. Gelieve het opnieuw te proberen.

Advertentie

Deze advertentie niet meer zien?
Upgrade nu

Even geduld, je download wordt voorbereid.

Je download is klaar. Veel plezier onderweg!

Downloaden

Het verwerken van de aanvraag is mislukt. Gelieve het opnieuw te proberen.

Advertentie

Deze advertentie niet meer zien?
Upgrade nu

Even geduld, je afdruk wordt voorbereid.

Je afdruk is klaar om te downloaden. Veel plezier onderweg!

Downloaden

Het verwerken van de aanvraag is mislukt. Gelieve het opnieuw te proberen.

Deze route op jouw website

<iframe src="https://plugin.routeyou.com/routeviewer/free/?language=nl&amp;params.route.id=8687957" width="100%" height="600" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>

Route-afbeelding

<p><a class="routeYou_embed" href="https://app.routeyou.com/nl-be/route/view/8687957?utm_source=embed&utm_medium=article&utm_campaign=routeshare&navigation=external" title="Stadshoeve - Suikerpark - RouteYou" target="_blank"><img src="https://image.routeyou.com/embed/route/960x670/8687957-nl@2x.png" style="width: 100%; height: auto;" alt="Stadshoeve - Suikerpark"></a></p>

Ik vond de route...

Bijkomende feedback:

Deze functionaliteit is exclusief beschikbaar voor RouteYou PREMIUM-abonnees.

Probeer nu 1 maand gratis en ontdek het verschil! We vragen geen betaalgegevens en het stopt automatisch na je proefperiode van een maand.

Probeer 30 dagen gratis

Aanmelden

© 2006-2025 RouteYou - www.routeyou.com