König-Ludwig-Weg, 6. Etappe: Prem - Füssen

Prem wordt verlaten op weg naar het zuidwesten. Het gaat eerst langs de oever, dan met een prachtig uitzicht op de bergen tot vlak voor Berghof. Bij het stijgen worden de huizen gepasseerd, er openen zich mooie uitzichten tot aan Buching en de Ammergauer bergen, dan nodigt het donkere veenwater van de Kühmoossee uit voor een zwemronde.

Op de hoogte leidt een weg met een prachtig uitzicht op het Alpenpanorama naar Greith, vervolgens naar beneden richting het romantische Hegratsriedsee, waar je ook een pauze kunt nemen om te zwemmen. Door bloeiende veenweiden gaat de weg richting de bergketen, het Bannwaldmeer en kasteel Neuschwanstein komen in zicht, even later is Brunnen bereikt, dat een mooi strand bij de Forggensee heeft.

Langs de Mühlberger Ach gaat het over de B 17 en naar het gebied van de Tegelbergbahn. Hier is een kleine omweg naar het Romeinse bad en andere opgravingen bij het dalstation de moeite waard, waar ook een kiosk is. De witte kantelen van Neuschwanstein komen dichterbij, bij de zaagmolen kan men beslissen of men meteen naar Hohenschwangau afslaat of door de Pöllatschlucht omhoog gaat naar het kasteel. Daar verder omhoog, wacht het prachtige uitzicht op kasteel Hohenschwangau tussen de Alpsee en Schwansee, vervolgens de Marienbrücke, die adembenemend over de Pöllatschlucht loopt en het meest bekende uitzicht op Neuschwanstein biedt.

Voor de Koningssloten met het Museum van de Beierse Koningen bij de Alpsee moet je een extra dag plannen, vooral omdat de toegangskaarten voor de rondleidingen in het Ticket-Center in Hohenschwangau van tevoren moeten worden gekocht. Tijdens de rondleidingen kom je ook alles te weten over de "Sprookjeskoning", die zijn jeugd doorbracht op kasteel Hohenschwangau en als Koning Ludwig II vanaf 1869 Neuschwanstein op de rots boven de Pöllatschlucht liet bouwen.

Van Hohenschwangau kronkelt de weg zich door het Schwanseepark naar het gelijknamige meer, waar ook zwemplaatsen zijn, dan volgt de klim naar de Kalvarienberg. Vanaf het dak van de kapel heb je een prachtig uitzicht op bergen, kastelen en meren, evenals op het lager gelegen Füssen, waar een pad naartoe leidt. Over de Lechbrug kom je bij het klooster St. Mang en door de oude stad naar het Kaiser-Maximilian-Platz, waar de König-Ludwig-Weg eindigt.

Füssen geldt als een van de oudste nederzettingen aan de noordrand van de Alpen en zit vol bezienswaardigheden die het beste te ontdekken zijn met een rondleiding door de stad. Het Hohe Schloss vervangt een voormalig Romeins fort en was lange tijd de zomerresidentie van de prins-bisschoppen van Augsburg, vandaag de dag herbergt het de Staatsgalerie.

Het benedictijnenklooster St. Mang ontstond rond 840/850 uit de missiecel van de Heilige Magnus. Prachtige barokke kamers zijn behouden gebleven, en in de kloostergebouwen bevindt zich het museum van de stad Füssen. Een speciale collectie historische tokkel- en strijkinstrumenten van Füssener meesters herinnert aan de bakermat van de Europese luit- en vioolbouw, nadat hier in 1562 het eerste luitmakersgilde werd opgericht. In de Annakapel is met de "Füssener Totentanz" uit 1602 de oudste in zijn soort in Beieren bewaard gebleven.

Naast de oude stad is ook de Lechfall een bezoek waard, waar de rivier in een nauwe kloof stort, daarachter is er een ongeveer 480 m lange boomkruinpad in de Lechauen, en bij de bootshaven van Füssen vertrekken de witte schepen voor rondvaarten over de Forggensee.