ABBAYE CISTERCIENNE DE VILLERS BETTNACH

In 1132 arriveerde Hendrik van Karinthië, de cisterciënzer abt van Morimond, in een kleine, rustige vallei, omgeven door bossen met majestueuze bomen en doorkruist door de Canner, een beekje waarvan de bron vlakbij ligt. Hij werd vergezeld door monniken en leken, arbeiders, steenhouwers en smeden. Op grond, geschonken door de hertog van Lotharingen en andere gulle gevers, stichtten zij op deze plaats van meditatie en werk de abdij van Villers-Bettnach. Eerst werd een kleine kapel gewijd aan de heilige Catharina, genoemd naar een van de donateurs van de stichting. Het gebouw waar het gevestigd was bestaat nog steeds. De gevel is versierd met drie Romaanse ramen, die zeer kenmerkend zijn voor de periode. Dit eerste gebouw werd gevolgd door de bouw van de klassieke gebouwen die in alle andere abdijen voorkomen: kerk, abdijkerk, klooster, kapittelzaal, stookplaats, refter, slaapzalen, bibliotheek, magazijn, werkplaatsen: timmerwerk, smederijen, bouw en ontvangst van vreemdelingen. De invloed van de abdij van Villers-Bettnach werd al snel zeer belangrijk. Teams monniken, opgeleid binnen de muren, vertrokken om nieuwe abdijen te stichten in Oostenrijk, België, Duitsland en Joegoslavië. Na de revolutionaire beroering en het vertrek van de laatste monniken werden de gebouwen verkocht als nationaal bezit en gesloopt als steengroeven. De abdijkerk was nog geen eeuw oud. Op de site ontdekt de bezoeker de Chapelle des Humbles, gerestaureerd door de Association, het portaal van Monseigneur Coislin, de gevel van de Chapelle Sainte Catherine, de ruïnes en, op enige afstand, de vijver, de waterreserve van het klooster.

DATAtourisme France