Torre della Muda o della Fame - Pisa

De naam "della Muda" is afgeleid van het feit dat hier in het verleden de door de gemeente Pisa gefokte adelaars werden opgesloten tijdens de ruiperiode van hun veren.

De episode van de dood van graaf Ugolino della Gherardesca in deze toren werd door Dante Alighieri geciteerd in de XXXIII canto van de Inferno. Na de dramatische gebeurtenissen van Ugolino, die in die tijd al bekend waren voordat ze door Dante werden vermeld, omdat de graaf een bekende figuur van groot politiek gewicht was, kreeg de toren de bijnaam "della Fame".

De toren stond op het Piazza delle Sette Vie, nu Piazza dei Cavalieri di Santo Stefano, en werd opgenomen in het Palazzo dell'Orologio, waar de Capitano del Popolo al minstens sinds 1357 verbleef.

De oude middeleeuwse toren stond links van het Palazzo dell'Orologio, waar ook een gedenkplaat is aangebracht ter herinnering aan de trieste episode die de toren beroemd heeft gemaakt: men kan nog steeds de stenen omtrek van de toren zien links van de centrale boog. De rechterzijde van het gebouw was daarentegen het Palazzo del Capitano del Popolo.

Na 1919 werd de neogotische vierlichtsboog in de toren geopend. Aan de binnenkant van de boog zijn ook overblijfselen van een muur van de oude toren te zien.

Momenteel herbergt het de bibliotheek van de Scuola Normale Superiore.

Sinds 2016 is er een museumruimte geopend die precies gewijd is aan de toren van graaf Ugolino, met een ingang direct vanaf het plein. Van binnen in het Palazzo dell'Orologio kan men de overgebleven muren van de toren bewonderen en een historische rondleiding van graaf Ugolino volgen, vergezeld van verzen uit Dante's Goddelijke Komedie.

Willem Vandenameele