Er werd door heel veel mensen gesmokkeld. Dit blijkt uit het grote aantal rapporten onder meer van de rechtbanken waar de gearresteerden berecht werden. Het waren vooral werklozen die zich schuldig maakten aan smokkel. Dit blijkt ook uit het plotselinge teruglopen van smokkel rond de maand oktober. Velen vonden dan namelijk tijdelijk werk in de bietencampagne. Alles wat in België goedkoper was, werd naar Nederland gesmokkeld; suiker, elastiek, tabak, lampen etc. De spullen werden veelal op de fiets meegenomen in zakken aan het stuur, maar ook weggestopt in bijvoorbeeld holle zadels of onder de kleren. Uiteraard werden er ook zaken van Nederland naar België gesmokkeld. Vlees en vis waren erg in trek. Ook levende beesten werden de grens overgebracht. Jutezakken om de poten voorkwamen hoefafdrukken. In de Eerste Wereldoorlog vierde smokkel hoogtij. Er ontstonden zelfs beurzenin Amsterdam en Rotterdam. Smokkelen was dan geen "centje- bijverdienen", het ging om grof winstbejag ten koste van de Belgen. Een en ander was mogelijk door medewerking van hier gelegerde militairen. Militaire voertuigen waren de eerste auto's die betrokken waren bij smokkel.
Bron: Agentschap Natuur en Bos
| | Publiek | Engels
Strijbeek