Spoorhuis 76

Langs de voormalige spoorlijn (54) Mechelen-Terneuzen stonden op ongeveer 2 km ( oogafstand) van
elkaar vanaf 1907 van Clinge tot Terneuzen 18 zogenaamde spoorhuizen, baanwachterswoningen.
De huizen werden bewoont door spoorwerkers, wachters, die in dienst waren van de
treinmaatschappij.
Een wachter is verantwoordelijk voor een deel van de bewaking en beveiliging van een spoorweg. En
het bedienen van spoorbomen, seinen, wissels, barelen en bruggen. Vaak 3x per dag werd het tracé
vak geschouwd. Witte en groene vlaggen, hoorngeschal en later met de telegraaf werd de veiligheid
van de aanstomende trein aangekondigd. Ook nam de echtgenote gedeeltelijke taken van de man
over, bv als bareelwachter.
Een strook grond langs de spoorbaan als moestuin en voor het houden van een beperkt aantal stuks
vee vulde hun karig loon aan.

drumont