<a href="http://www.wtc-de-eendracht.be/images/stories/ritten/rit_2.doc" target="_blank">Rit 2 : zon

Het kan niet alle dagen feest zijn… We beginnen al onmiddellijk te klimmen eerst langzaam maar toch steeds steiler en steiler, maar aan km 20 zijn we “al” op de top van de Col d’Aspin, en dan is het een makkie, eigenlijk bergaf, eerst snel en dan langzaam, naar Noé.

We vervolgen onze weg doorheen de HAUTES PYRENEEES en voor het laatste deel van de rit door het departement van de Garonne-et-Tarn. De Garonne is de grootste rivier van Zuid-Frankrijk. Zij ontspringt in de Pyreneeën en is vanaf Bordeaux bevaarbaar voor zeeschepen. De Tarn is een zijrivier van de Garonne.

We nemen dezelfde weg terug omhoog naar Sainte- Marie-de-Campan (857m.) maar daar draaien we ditmaal links (oostelijke richting) de D918 op, door het dal van de Adour de Payolle in de richting van de Col d’Aspin en Arreau.

Col d’Aspin
Lengte 12 km. Hoogteverschil: 649 m.. Gemiddelde stijgingspercentage: 5,4%. Steilste klim: 8,5%. De top ligt op ongeveer km 20.

Eerst rijden we door de vallei van de Adour de Payolle die herinnert aan de groene vallei van Campan maar is ruiger.
De eerste 7 km is de stijging maximum 4,5%, maar vanaf Espiadet is de klim rond de 8%, alhoewel we ook even kunnen relaxen op een stukje van 2,5%. Espiadet (1106m.) is bekend om zijn marmergroeve (groen met wit en rose, o.a. gebruikt voor het paleis van Versailles en de opera van Parijs). Na vele haarspeldbochten door het dennenbos en daarna de weidezone bereiken we 5 km verder de top van de Col d’Aspin (1489 m.). Hopelijk kunnen we er genieten van het mooie en weidse panorama.
De afdaling is regelmatig maar snel: 12,5 km van 1489 m. naar 704 m. Voor de rest van de rit gaat het eigenlijk zeer langzaam “bergaf”.
In Arreau (704m.) nemen we links (noordelijke richting) de D929 en volgen we de Neste. 7 km verder in Sarracolin (620 m.) bevinden zich ook weer marmergroeven, maar ditmaal rood en grijsgeaderd. De brug over de Neste biedt een mooi uitzicht. We vervolgen onze weg langs het Canal de la Neste en d’Aure totdat we enkele kilometer verder rechts de kleine weg D26 kunnen opdraaien. We rijden door enkele zeer kleine dorpjes om een 20-tal km verder de D938 te vervoegen. De D638 brengt ons verder naar Montréjeau, gebouwd op een “terras”, waar de Neste in de bredere Garonne vloeit. We verlaten even de Garonne tot nabij St.Gaudens (405m.).
In Valentine zien we misschien iets van de romeinse ruïnes. Vanaf hier loopt de D21 dichtbij de kronkelende Garonne. In Figarol nemen we de D26, daarna de D62 langs de Salat die verderop in de Garonne vloeit. We passeren ook Roquefort-sur-Garonne maar dit dorp heeft niets te zien met de fameuze kaas roquefort. Dat is voor de 4de rit. Vanaf Martres-Tolosane (bekend om de cimentfabriek Lafarge) volgen we de D10 die langsheen de brede en slingerende Garonne loopt. Voor Carbonne passeren we nog de electriciteitscentrale van EDF. De D10 leidt ons ook naar onze tweede rustplaats Noé (195m.).