De route start vanuit Ardres, waarop volop parkeergelegenheden zijn (ook bijvoorbeeld langs de Route du Lac).

Vanuit Ardres fiets je direct de Collines d'Artois in, een heuvelachtig gebied met heuvels tot iets meer dan 200 meter boven NAP, en beklimmingen tot zo'n 3 kilometer lengte. 
Je krijgt de volgende beklimmigen voor de wielen:
Le Rietz d'Audenfort,
Côte de Journy,
Bullecamps en Verval.

Daarna gaat de route door de Collines du Boulonnais, een heuvelachtig gebied met boccagelandschap (houtwallen die akkers afscheiden) en heuvels tot zo'n 120 meter hoogte. Hier krijg je de volgende beklimmingen voor de wielen: La Coquerelle en Chemin de la Briqueterie. De beklimmingen die daarna volgen hebben hun toppen op rond de 180 meter hoogte, en zijn daarom weer te classificeren onder de Collines d'Artois, alhoewel de scheidslijn tussen beide heuvelgebieden niet echt duidelijk is:
Mont Dauphin,
Le Ventu d'Alembon,
Mont de Guînes.

Je fietst daarna naar de kuststreek (de Opaalkust) waar je enkele beklimmingen krijgt die geheel open zijn (door akkers en weilanden voeren) met prachtige uitzichten op Het Kanaal:
Mont de Couple (alleen het tweede gedeelte),
Hameau de Rameseau,
Mont d'Hubert (Cap Blanc Nez),
Mont Vasseur.

Je verlaat de kuststreek weer en er volgen golvende kilometers (op en af), voordat je het moerasgebied Audomarois bereikt. Hier heb je vele kanaaltjes en lintbebouwing en vlakbij Ardres ook nog enkele meren, maar in ieder geval is het hier vlak.

De wegen zijn over het algemeen vrij rustig tot rustig. De kustweg langs Cap Blanc Nez is echter druk (maar de uitzichten vergoeden veel), ook zijn enkele route departementale wat drukker (dat geldt vooral voor de D215 en D244 (tussen de A16 en Guînes), die daarom maar zo kort mogelijk worden gevolgd).