Onze-Lieve-Vrouw-ter-Finisterrae Kerk

De Finisterraekerk speelt een centrale rol in de diefstal van de Rechtvaardige Rechters. In een losgeldbrief gestuurd op 13 april 1934 werd gevraagd om losgeld te geven op een plaats in de buurt van deze kerk. In een latere losgeldbrief wordt duidelijk vermeld dat "un petit paquet" naar deze kerk moet gebracht worden zoals je kan lezen in deze passage van de brief:

"Il s'agit simplement d'aller prendre chez Monsieir le Rév. Curé de l''eglise 'Saint-Laurent, Avenue Markgrave 95 à Anvers, un petit paquet et de le trasmettre, sans vous faire connaitre, au Rév Curé de l'église du Finistère à Bruxelles. A Anvers personne ne vous demandera votre adresse, il suffira de lui présenter l'enveloppe ci-jointe. Vous servez donc comme 'coup-file' pour la transmission."

De toenmalige pastoor van deze kerk was pastoor Zech. Die had een link met de pastoor Meulepas die het losgeld zou overhandigen en die in de pastorij woont op de Markgravelei in Antwerpen. Meulepas en Zech waren beiden hoogleraar in Sint-Aloysius in Brussel.

Volgens Christtian Stickx zou Arsène Goedertier het paneel van de Rechtvaardige Rechters hier in de Finisterraekerk verstopt hebben nadat hij het andere deel, het paneel van Sint-Jan de Doper, geplaatst had in het Noordstation. Hij zou het paneel van de Rechtvaardige Rechters in het altaar van de kapel van Onze-Lieve Vrouw van het Goed Succes geplaats hebben.

Dromos