Boekhoute, vissersdorp zonder haven

Afspraak aan de H. Kruiskerk van Boekhoute, deelgemeente van Assenede. Boekhoute was tot rond 1600 een echt havendorpje en had via de Braakman, een zijarm van de Westerschelde, een rechtstreekse verbinding met de zee. De aanleg van verschillende dijken tegen de regelmatige overstromingen en de verzanding van de Braakman schoven de havengeul steeds verder op naar het noordwesten, tot de Braakman in 1952 volledig werd afgesloten en Boekhoute een vissersdorp zonder haven werd. De vissersboot BOU-8 op het dorpsplein en het visserijmuseum in het oude stadhuis rechtover de kerk herinneren, samen met de jaarlijkse garnaalfeesten, aan het vissersverleden.

Neem zeker een kijkje bij de boot en de mooi aangelegde waterpartij en wandel voorbij de kerk de Noordstraat in. Zodra je het dorp uit bent, strekken de polders zich kilometers ver uit. Na meer dan een kilometer zie je links het kapelletje Nood zoekt Troost (net voorbij huisnummer 152). Ga naar links en dan rechts naast het Leopoldskanaal verder. Het pad brengt je langs het water tot aan het Isabellagemaal. Dit gemaal pompt het water uit de Oost-Vlaamse polders via het Isabellakanaal naar de Nederlandse Braakmankreek. Wandel naar rechts langs de grote weg en na 100 m naar links op de kasseiweg richting Philippine. Links staat een grenspaal: je wandelt nu in Nederland. Ga op het einde van de Boekhouteweg naar rechts langs de Dijckmeesterweg. Na 350 m (en 20 m voorbij de dijk) heb je rechts een overstapje. Stap over de afsluiting en klim op de dijk. Het uitzicht op de polders van op de dijk (zeedijk tot 1914) is kilometers wijd. Verlaat na 400 m de dijk via nog een overstapje. Je komt op een grintweg die je links meevolgt. 50 m verder ligt links een klein ondergronds bunkercomplex.

Wandel verder tussen twee populierenrijen op de Olmendijk. Ga na 450 m naar links de dijk af en aan de Dijckmeesterweg naar rechts richting Philippine. Volg deze weg 1,2 km en ga bij het begin van de bebouwing rechts de Weststraat in, tot op het Philipsplein. Hier heb je naast het stadhuis en de Heilige Maria Hemelvaartkerk ook talrijke tavernes en eetgelegenheden waar je iets kunt drinken en de bekende mosselen uit Philippine proeven. Verlaat het Philipsplein via de Gentsebreedstraat en dan de Posthoornstraat. Ga rechtdoor gedurende 1 km en aan de grens links de Hollekenstraat in. Je wandelt hier langs de grens en na 700 m kom je bij de bodemloze put, een herinnering aan de dijkdoorbraak van 1808. Volg 400 m verder naar rechts nog steeds de Hollekenstraat. Aan de Rode Polder kun je desgewenst een paar honderd meter naast en beneden de betonweg stappen. Even verder ligt rechts een grote waterpartij: de Rode Geul. In de vroege middeleeuwen bestond dit gebied nog uit schorren en slikken. De kreken zijn overblijfselen van geulen die ontstonden bij overstromingen en dijkdoorbraken. Na het herstel van de dijken vielen de meeste kreken geleidelijk droog. De grootste, zoals hier de Rode Geul en iets verder de Grote Geul, bleven als open plassen over, een paradijs voor vele soorten watervogels.

Wandel 100 m verder, aan de Oude Molenstraat, een paar meter naar links en ga verder langs en links beneden de Hollekenstraat. De veldweg sluit na 300 m weer aan bij de betonweg. Stap 150 m verder, nog voor Café Passé, rechts op de kasseiweg, de Doornendijkstraat in. Klim 275 m verder, nog voor de bocht via een trapje links op de dijk en ga boven via een poortje het natuurreservaat in. Je loopt nu gedurende bijna 1 km bovenop de dijk tussen mooie rijen canadapopulieren, met links zicht op de Grote Geul. Verlaat het natuurreservaat via nog een hekje, daal af van de dijk en wandel door populierendreven rechtdoor tot aan de asfaltweg. Ga naar links, na 100 m naar rechts in de Knotwilgenstraat en onmiddellijk weer rechts in de Kapellewegel. Aan de eenvaksbetonweg naar rechts (Wildestraat). Laat na meer dan 1,5 km de Peerbomestraat links liggen, ga 200 m verder wel naar links en na nog 50 m weer links de Ooststraat in. Na 500 m sta je weer op het dorpsplein.