Kerk van de clarissen van Troyes

De Clarissen ontlenen hun naam aan de heilige Clara van Assisi (1193-1253). Overwonnen door het ideaal van armoede gepredikt door Franciscus van Assisi, stichtte Clara van Assisi deze orde in 1212, op zijn verzoek. Op 18-jarige leeftijd, na haar geloofsbelijdenis voor hem afgelegd te hebben, knipte ze haar lange blonde haar af en trok het habijt aan. Ze stelde de regel van haar orde op: kloosterzusters, contemplatieve nonnen, zonder individueel of collectief eigendom. Deze nieuwe orde ontwikkelde zich snel en paus Innocentius IV keurde de regel goed in 1253.   

Graaf Thibaud V van Champagne trouwde met een dochter van Saint-Louis, Isabelle van Frankrijk. Haar tante, ook Isabelle genaamd, zus van Saint Louis, stichtte in 1255 een klooster van Clarissen in Longchamp.

Op 22 juni 1264 kregen deze nonnen hun definitieve regel van paus Urbanus IV (1261-1264) van Troyes, vandaar de naam Urbanistes, die ze samen met Cordelières en Petites Cordelières droegen. De paus van Troje verzachtte de oorspronkelijke regel en stond de orde toe schenkingen te ontvangen en eigendom en inkomsten te bezitten.

In 1289 keerden de nonnen terug naar Parijs. Teleurgesteld door de versoepeling van de regel door Urbanus IV, bracht Sint Clara de orde terug naar de strengheid en werd in deze missie bevestigd door de pausen Martinus V (1431) en Benedictus XIII (1730).

Het eerste klooster van de Franciscanessen van Troyes werd gesticht door Abbé Jean-Baptiste Heurlaut (1816-1887), pastoor van Maizières-les-Brienne, oorspronkelijk afkomstig uit Ville-sur-Terre, die gestudeerd had aan het Grand Séminaire de Troyes. Hij was van plan om een kleine gemeenschap van nonnen op te richten in zijn parochie. Hij realiseerde dit plan met de hulp van een jong meisje wiens geheime aspiraties naar het kloosterleven en vurige liefde voor de Heilige Eucharistie hij kende: Joséphine Bouillevaux, geboren in Maizières op 1 juni 1820, overleden in Troyes op 8 augustus 1871. Na haar studie aan de Visitation in Troyes richtte ze in haar parochie een meisjesschool op.

In 1846 vormde Abbé Heurlaut het beheer van de school om tot een gemeenschap: "De Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis". De ene na de andere stichter en oprichtster trok het franciscaanse habijt aan. In 1851 nam Abbé Heurlaut de naam Père Bonaventure aan en een jaar later werd Joséphine Bouillevaux Zuster Marie de Sainte Claire, vanwege haar bewondering voor de heilige Clara en de heilige Franciscus van Assisi. Op 8 januari 1854 verhuisde de kleine gemeenschap naar de rue d'Enfer in Parijs.

Op 15 december 1854 maakte pater Bonaventure de eerste gewaden. Op 24 mei 1856 werden ze Zusters Franciscanessen van het Allerheiligste Sacrament en kregen ze het langverwachte privilege van eeuwigdurende Aanbidding, dag en nacht.

Op 15 juli vertrokken de zusters vanuit Parijs naar Troyes, waar ze hun intrek namen in een huis in de rue du Cloître Saint-Pierre, nu rue Mitantier. Het hoofdgebouw dateert uit de 12e en 14e eeuw, want het was ooit een kanunnikenhuis. Hun kapel was ondergebracht in een slaapzaal. De Franciscaner nonnen hadden het Heilig Sacrament permanent in beeld, dag en nacht. In 1872 werd de orde gekluisterd, overeenkomstig de wens van Moeder Marie de Sainte-Claire.

Op 10 juni 1969 namen de zusters, met toestemming van de Heilige Stoel, de Regel van de Heilige Clara van Assisi aan, vandaar de naamsverandering in Clarissen.

Om geld in te zamelen voor de bouw van een kapel liet Monseigneur Cortet, bisschop van Troyes, een beeld drukken dat destijds voor 1 Franc werd verkocht. Op 17 september 1875 werd de eerste steen van de kapel gelegd en in juli 1879 werd ze ingewijd door Mgr. Cortet, die de relikwieën van SS. Calixte, Eugène en de martelaren Sabin. De kapel is gewijd aan Onze Lieve Vrouw van de Engelen, net als de kapel in Assisi waar Franciscus begon met het stichten van de Franciscaanse Orde en waar Clara het habijt aannam en haar professie deed.

De kapel is gemaakt van steen, met gelambriseerde gewelven. Het timpaan wordt doorboord door een triplet. Gedeeltelijk verwoest tijdens de oorlog, werd ze in 1945 op identieke wijze herbouwd. Ze meet 17 m bij 6,20 m en is 9 m hoog in het schip en 12 m in het heiligdom. Het biedt plaats aan 120 mensen. Op de ogief van het koor staat het motto van de zusters Clarisse: "Laten we God danken door Jezus in het Heilig Sacrament". Het Heilig Sacrament wordt voortdurend tentoongesteld.

Moeder Marie de Sainte Claire ligt begraven in de ommuring van het klooster van Troyes. Pater Bonaventure ligt begraven op het kerkhof van Nogent sur Aube.

Op 10 december 2011 werd in de gerenoveerde kapel een nieuw altaar gewijd door Mgr. Marc Stenger, bisschop van Troyes.  Dit altaar bevat de relieken van de heilige martelaren Callixtus, Eugene en Sabin van het vorige altaar, maar ook die van de heiligen Agathe en Apolline, Bernardus van Clairvaux, Frobertus, de heilige Exupérance, een fragment van de albe van Pater Bonaventura Heurlaut, stichter van de Orde, en een stuk van het habijt van Moeder Marie de Sainte Claire Bouillevaux, stichteres van de Clarissen van Altijddurende Aanbidding.

Willem Vandenameele