DE DONK

IIn de Alblasserwaard komen veel donken voor. Het zijn overblijfselen van rivierduinen die zijn ontstaan tijdens de laatste ijstijd (Weichselien). Destijds hadden de lage landen een poolklimaat en was er nauwelijks vegetatie waardoor de wind vrij spel had. Door de wind zijn duinen ontstaan uit ver­stoven zand van drooggevallen rivierbeddingen. Na afloop van de ijstijd werd de Alblasser­waard in de loop van het Holoceen opgevuld met rivierklei en veen. Op sommige plekken zijn de toppen van rivierduinen (donken) nog te vinden als lage heuvel­tjes in de komgebieden.
Door de vaste zandige ondergrond en de hoge ligging waren donken geschikt voor vroege bewo­ning. Een aantal donken heeft dan ook een rijke historie. Dat geldt ook voor ‘De (Brandwijkse) Donk’ die al in de 14e eeuw met zekerheid werd bewoond, De boven het omliggende veen­gebied uitstekende pleistocene zandopduiking is, met een oppervlakte van ongeveer 5 ha en een hoogte van 4,7 m +NAP, een van de grootste en hoogste donken in de Alblasserwaard.

Biker