Bron: GroeneHartstocht
Het Mantingerveld is een natuurgebied ten noorden van Nieuw-Balinge in de Nederlandse gemeente Midden-Drenthe. In 1992 startte Natuurmonumenten de z.g. Actie Goudplevier, die als doel had om van een aantal kleine versnipperde bos, heide- en veengebiedjes weer één groot natuurgebied te maken door tussenliggende landbouwgronden op te kopen en weer om te zetten in heide.
In 1992 presenteerde Natuurmonumenten het Plan Goudplevier. Met de aankoop van landbouwgrond zouden vier bestaande natuurgebieden van Natuurmonumenten - Mantingerzand (66 ha), Hullenzand (25 ha), Lentsche Veen (46 ha) en Martensplek (38 ha) - aan elkaar verbonden worden tot 900 hectare natuur.
De Goudplevier was vóór 1937 een vaste broedvogel in open heide- en hoogveengebieden. In Drenthe zijn meldingen bekend van Zwartemeer en Westerbork (tot 1926-1928) en bij Rolde (1932). De laatste Goudplevier van Nederland broedde in 1937 in het Fochteloërveen. De soort verdween als regelmatige broedvogel door de grootschalige ontginningen van de broedgebieden en het veranderen van de overgebleven heidevelden door het wegvallen van de schapenbegrazing en het afnemen van de periodieke verbranding van de heide.
Natuurmonumenten zamelde voor de aankoop van de grond geld in onder haar leden. De vier bestaande natuurgebieden behoorden tot de laatste woeste gronden van Drenthe. Ze waren nog niet in cultuur gebracht toen men in 1962 met de ontginning van woeste gronden stopte. Door ze aan elkaar te verbinden wilde Natuurmonumenten de bestaande stuifzanden, heide, vennen, veentjes, schrale graslanden en struwelen en bosschages verbeteren, de verbindingen tussen de gebieden herstellen en waardevolle nieuwe natuur ontwikkelen.
Plan Goudplevier kwam bij de lokale grondeigenaren over als een machtsgreep. Het plan was wel doorgesproken met de provincie Drenthe, de gemeente Westerbork, het waterschap Reest en Wieden en de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO), maar niet met de lokale boeren. “Bij de presentatie van Goudplevier werden zij pats-boem geconfronteerd met het plan”, herinnert zich een gemeenteambtenaar die nog steeds bij het plan is betrokken. “Men ervoer het plan om 900 hectare te onttrekken aan de landbouw als een overval.” De boeren zagen het als een bedreiging in de bedrijfsvoering. Ook de bewoners van de nabijgelegen dorpen Nieuw Ballinge en Broekstreek werden in eerste instantie niet bij het plan betrokken. Ze reageerden negatief. Door de natuurontwikkeling zagen ze hun dorpen sterker geïsoleerd raken.
Duidelijk werd dat een andere communicatiestrategie nodig was om zowel boeren als bewoners van Plan Goudplevier te overtuigen. Met veel overleg aan de keukentafel kreeg Natuurmonumenten langzamerhand meer het vertrouwen. Belangrijk voor de boeren was daarbij dat Natuurmonumenten een goede grondprijs bood, en dat de verkoop geschiedde op basis van vrijwilligheid. Dat Natuurmonumenten over ruilgronden beschikte voor boeren die verder wilden met hun bedrijf was ook een belangrijke succesfactor. Aankoop en inrichting De aankoop van grond ging dan ook sneller dan verwacht. In 2003 had Natuurmonumenten van de totale 900 ha al 800 ha in eigendom. De inrichting bleef hierbij achter. In 2003 was nog maar 195 hectare van de oude landbouwgrond als natuur ingericht. De oorzaak lag in het feit dat de bestemmingswijziging - van landbouw naar natuur - tot 1998 op zich liet wachten. Een ander probleem was de ontgronding: het afgraven van de rijke bovenlaag van de landbouwgrond om weer een voedselarme situatie te creëren. Door vertraging en door de vondst van aaltjes en wortelrot hadden de bedrijven die aanvankelijk de vrijgekomen grond zouden afnemen al minder belangstelling, maar toen er uiteindelijk wratziekte werd geconstateerd mocht de grond zelfs niet meer worden afgevoerd. Uiteindelijk is de grond opgeslagen op het terrein zelf.
Het ontstane natuurgebied Mantingerveld is een van de eerste gebieden binnen de Ecologische Hoofdstructuur waar zowel het proces van natuurontwikkeling als de totstandkoming van het plan is geëvalueerd. Duidelijk is dat bij het omvormen van een landbouwgebied tot een natuurgebied goede communicatie essentieel is. De keukentafel moet worden opgezocht om eventuele weerstanden al in het begin van het hele proces duidelijk te krijgen, zodat ze niet de hele ontwikkeling tegenhouden.
Intensieve inventarisaties van de natuur in het gebied leren dat vooral de diersoorten profiteren van de nieuwe ruimte. Dagvlinders in de bestaande heidevelden reageren positief. De aantallen loopkevers in bestaande heide- en schraallanden nemen toe. Vogels, libellen en loopkevers weten zich al snel in de nieuwe gebieden te vestigen. Daarnaast profiteren vooral watervogels als dodaars, wintertaling, watersnip, kleine plevier en soorten die houden van ruigten met extensief beheer, zoals het paapje en de bosrietzanger. Wat flora en vegetatie betreft zijn het vooral nog de algemenere soorten die overheersen. Doelsoorten als schapezuring en dopheide koloniseren wel de nieuwe gebieden, maar de Rode Lijstsoorten zijn nog niet gesignaleerd. Er is discussie over het introduceren van zaden via hooi of grote grazers. Er zijn wel positieve effecten door de verminderde belasting met meststoffen en bestrijdingsmiddelen, ook op de kwaliteit van het grondwater.
Het realiseren van een aaneengesloten, kwalitatief hoogstaand natuurgebied verloopt langzaam. De versnippering in het Mantingerveld is weliswaar minder geworden met de verwerving van de landbouwgrond, maar de wegen vormen nog grote barrières. Daarnaast zorgt het klepelen van de bermvegetatie voor een achteruitgang van vlinders als de argusvlinder, het koevinkje, het oranje zandoogje en het zwartsprietdikkopje. Bron: natuurbalans2004
De vennen in dit gebied vormen een onmisbare schakel voor het leven op de heide. Adders, ringslangen, levendbarende hagedissen en zandloopkevers voelen zich hier thuis. Amfibieën en veel insecten zijn voor hun voortplanting volledig aangewezen op deze met water gevulde laagtes.Ook voor planten als zonnedauw, lavendelheide en veenpluis is de nabijheid van vocht een levensvoorwaarde. Op de droge zandruggen is de soortenrijkdom wat beperkter. Al vind je hier wel vaak de meest opvallende planten, zoals struikheide, kraaiheide en jeneverbessen. Samen met de diverse mossen en korstmossen hebben zij ook zeker hun waarde. bron: NM
Bron: diverse bronnen
| | Publiek | Engels
Selecteer hieronder één van de populairste activiteiten of verfijn je zoekopdracht.
Ontdek de mooiste en meest populaire routes in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Bron: GroeneHartstocht
Selecteer hieronder één van de populairste categorieën of laat je inspireren door onze selecties.
Ontdek de mooiste en meest populaire bezienswaardigheden in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Bron: GroeneHartstocht
Met RouteYou kan je eenvoudig zelf aangepaste kaarten maken. Stippel je route uit, voeg waypoints of knooppunten toe, plan bezienswaardigheden en eet- en drinkgelegenheden in en deel alles met je familie en vrienden.
Routeplanner<iframe src="https://plugin.routeyou.com/poiviewer/free/?language=nl&params.poi.id=8308085" width="100%" height="600" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>
Probeer deze functionaliteit gratis met een RouteYou Plus proefabonnement.
Als je al een dergelijke account hebt, meld je dan nu aan.
© 2006-2024 RouteYou - www.routeyou.com