Porta Spada - Erice

 Porta Spada is genoemd naar het bloedbad van de Angevins tijdens de oorlog van Vespro in 1282. De Franse soldaten die Erice bezetten werden aan het 'zwaard' geslagen. Vandaar de naam Porta Spada.

Ter herinnering aan deze executies heeft de volksoverlevering een verhaaltje overgeleverd. De bevolking had een diepe afkeer van de Angevijnse soldaten. De inwoners van Erice bedachten een list om de 'agioini', die zich onder de bevolking hadden verstopt, te vinden. Bij Porta Spada dwongen ze iedereen om 'cicira' te zeggen, een Siciliaanse term voor kikkererwten die moeilijk uit te spreken is voor de Fransen omwille van de dubbele 'ci'. En tijdens de Vespersopstand werden ze zonder veel mitsen en maren gedood. Met de 'snede van het zwaard', in feite.

De stadspoorten moeten worden beschouwd als een integraal onderdeel van de onneembare stadsmuren van Erice. Concreet zijn de zichtbare poorten van het dorp Erice: Porta Trapani, die uitkomt in de richting van de provinciale hoofdstad, Porta Spada verwijst naar het bloedbad dat de Anjou's aanrichtten tijdens de 'Vespro'-opstand in de buurt. Ten slotte wordt Porta Carmine, gelegen tegenover de gelijknamige kerk, gekenmerkt door de nis met het kalkstenen beeld van St. Alberto (nu zonder hoofd) dat deze domineert.

Dan is er een vierde poort, die onlangs aan het licht is gekomen: het is Porta Castellammare, waarvan er vandaag nog maar weinig over is.

Oorspronkelijk waren er echter vijf poorten. De vijfde poort, die vandaag de dag niet meer bestaat, werd in 1811 afgebroken tijdens de aanleg van de weg die het stadscentrum van Erice met de stad Trapani verbindt. Het was de poort van de kapucijnen. Het leidde naar het klooster van de kapucijnenbroeders, waar zich vandaag de dag naast de kerk ook de begraafplaats bevindt. Precies genoemd, van de kapucijnen. Van deze poort is niets meer over.

Willem Vandenameele