Natuur op Juist

Een eilandoversteek, alsjeblieft!
De samensmelting van het wad en de Noordzee is zeker voor velen van jullie een van de belangrijkste redenen om naar Juist te gaan. En dat vinden wij ook! De natuur op de Oost-Friese eilanden is behoorlijk uniek. Hier geniet je van het wad, de Noordzee en alles daartussen, dat gevormd is door water, wind en menselijke handen.
Om echt tot rust te komen, is een bezoek aan de Bill perfect. Vaak ben je hier helemaal alleen en kun je luisteren naar de golven en de wind. Je hartslag kalmeert en je ogen genieten van de onmiskenbare natuur aan de westpunt van het eiland. Vooral de Billduinen zijn een bezienswaardigheid. Doordat ze voortdurend worden blootgesteld aan wind en golven, raken de duinen vaak beschadigd en vallen hele delen van de bovenliggende planten op het strand. Daarom ziet de Bill er ook altijd anders uit.
Een ander natuurlijk hoogtepunt op Juist is de Hammersee, het enige zoetwatermeer op de Oost-Friese eilanden. De Hammersee is ontstaan uit een kleine ramp: door de Petri-Flur in 1651 braken de duinen open en drong zeewater het binnenland van het eiland binnen. Na veel omzwervingen is de Hammersee dus een meer geworden en door regenwater blijft het een zoetwatermeer. Meer informatie en de precieze geschiedenis van de Hammersee vind je op onze website.
Tussen het wad en de Noordzee is rondom de Hammersee een begroeiing ontstaan van inheemse en uitheemse planten. Otto Leege, een echte lokale held op het eiland, heeft naast de Hammersee een bosje aangelegd dat er vandaag de dag uitziet als een betoverd bos en de thuisbasis is van verschillende dieren. Onder de bijzondere bomen die je op geen enkel ander Oost-Fries eiland vindt, bevinden zich zwarte elzen en Karpatenberken. Onder andere dankzij het bosje is de lucht op Juist zo zuiver. Tegenwoordig is het bosje een oase van rust. Het laat ook zien hoe goed een bos voor zichzelf kan zorgen, omdat er geen bosbeheer plaatsvindt dat om veiligheidsredenen niet per se nodig is.
De volgende bezienswaardigheid van de natuur op Juist is natuurlijk het Otto-Leege-pad. Door de ideeën van de inwoner Otto Leege is op het eiland een kleine oase van rust en ontspanning ontstaan. Als je het Otto-Leege-pad volgt, kom je niet alleen veel interessante informatie te weten over de flora en fauna op Töwerland, maar passeer je ook twee heel bijzondere plekken voor natuurliefhebbers: namelijk de goudvijvers en de waterbeschermingsgebieden. De goudvijvers zijn aangelegd in 1903 en worden sindsdien geleidelijk hersteld. De waterbeschermingsgebieden strekken zich uit over het hele duinlandschap en zijn van cruciaal belang voor de watervoorziening en -kwaliteit op het eiland.
Als je door het duinlandschap (natuurlijk alleen op de officiële paden) richting Wilhelmshöhe gaat, kun je je gemakkelijk voorstellen hoeveel dieren hier een toevluchtsoord vinden. Vogels, insecten, en nog veel meer! Maar niet alleen dat - ook de lokale planten zijn fantastisch. Naast de oranje duindoorn zijn ook wilde rozen gemakkelijk te vinden. In de zomer baadt het landschap in kleur en zelfs in de winter is alles prachtig groen!
De laatste halte op je natuurlijke reis door Juist is natuurlijk de Kalfamer, helemaal in het oosten van het eiland. Wist je al dat de Kalfamer het jongste deel van Juist is? Pas na 1651 is het oostelijke deel van Juist, zoals we het vandaag kennen, ontstaan. Alleen al als je hoort dat de Kalfamer in de rustzone van het wad ligt, moet het duidelijk zijn dat hier een ongelooflijk mooie natuur te verwachten is. Vaak kun je hier ongestoord wandelen en helemaal opgaan in je eigen gedachten.
En zo zijn we al aan het einde van de wandeling gekomen. Op Juist zijn zoveel mooie plekjes dat we nauwelijks de natuurlijke hoogtepunten kunnen opsommen, omdat alles hier ons eigenlijk zo goed bevalt! Als je andere tips hebt die absoluut aan deze lijst moeten worden toegevoegd, schrijf ons dan gerust: [email protected].