Convento de San José del Carmen - Sevilla

Deze gemeenschap van Ongeschoeide Karmelietessen vestigde zich in 1575 in Sevilla onder leiding van de Heilige Teresa zelf, die naar de stad reisde om toezicht te houden op de stichting.

Ze vestigden zich eerst in enkele huizen in de Calle Alfonso XII en later in de Calle Zaragoza, tot ze in 1586 verhuisden naar de plek waar we ze vandaag de dag vinden, in het hart van de Barrio de Santa Cruz. Sint Jan van het Kruis nam zelf deel aan de overplaatsing van de nonnen naar hun nieuwe locatie, omdat hij in de stad was om toezicht te houden op de operatie.

Er werd besloten om het huis van een Sevilliaanse bankier genaamd Pedro de Morga te kopen. Zijn huis was een klassiek 16e-eeuws Sevilliaans paleis, dus werd besloten om de binnenplaats van het huis te gebruiken als kloostergang van het nieuwe klooster.

De kloostergang van het klooster van Las Teresas is dus een binnenplaats met bogen in renaissancestijl waar alle kamers van de kloostergang omheen liggen. De binnenplaats is rechthoekig van vorm en heeft bogen op marmeren zuilen, halfronde bogen in de onderste galerij en segmentbogen in de bovenste galerij, een kenmerk dat veel voorkomt in andere Sevilliaanse paleizen.

Aan de buitenkant zijn de gevels die naar de kerk leiden en de ingang van het klooster aan elkaar vastgemaakt, beide met zeer eenvoudige ingangen met lateien. De enige decoratie aan de ingang van het klooster is een kleine muurschildering met het wapen van de orde, geflankeerd door cherubijnen. Wat de gevel van de kerk betreft, valt het enorme pannendak op dat de ingang bedekt en op zijn plaats wordt gehouden door smeedijzeren beugels.

Binnen zijn enkele originele schilderijen uit de 17e eeuw bewaard gebleven, waarop verschillende symbolen en heiligen staan afgebeeld die verwijzen naar de karmelietenorde. Artistiek gezien is het interessantste deel van het klooster de kerk, daterend uit het begin van de 17e eeuw, met een ontwerp dat wordt toegeschreven aan de late Renaissance architect Vedmondo Resta. Het heeft een rechthoekige plattegrond met een enkel schip en een vierkante koorafsluiting. Het schip is overdekt met een tongewelf met lunetten en het koor met een halfrond gewelf. Aan de zijkanten zijn grote nissen waarin altaarstukken zijn aangebracht als zijkapellen.

Het hoofdaltaarstuk is het werk van de assembleur Jerónimo Velázquez van rond 1630 en combineert schilderijen op doek en beelden in een vrij klassieke laatrenaissancecompositie, geïnspireerd door opmerkelijke modellen als die van Martínez Montañés en Alonso Cano.

De centrale nis bevat een prachtige voorstelling van Sint Jozef met het Kind, het werk van Juan de Mesa. De iconografie waarin het Kind Jezus de weg wijst naar Sint Jozef wordt hier voortgezet. Aan weerszijden staan de belangrijkste heiligen van de orde, Sint Jan van het Kruis en Sint Teresa van het Kruis, in twee anonieme beelden uit de 17e eeuw. De schilderijen op doek die het altaarstuk completeren zijn anoniem en behandelen ook thema's die verband houden met de karmelieten.

Ook van Juan de Mesa is de prachtige Onbevlekte Ontvangenis die het midden van een van de zijaltaarstukken inneemt. De Maagd is afgebeeld in de klassieke opstelling van zijn iconografie, maar gekleed in het habijt van de Karmelietessen. Ze wordt geflankeerd door de heilige Johannes de Doper en de profeet Elia, en op de zolder is er een reliëf met de Mystieke Bruiloft van de heilige Teresa. Met uitzondering van de Onbevlekte Ontvangenis van Juan de Mesa is de rest van de beelden op het altaarstuk anoniem, hoewel ze worden beschouwd als zeer dicht bij de stijl van Pedro Roldán.

De rest van de altaarstukken bevat een goede collectie Sevilliaanse schilder- en beeldhouwkunst, voornamelijk uit de 17e en 18e eeuw.

Helaas is vrij bezoek aan de kloosterkerk zeer beperkt en is het praktisch alleen mogelijk tijdens de misuren.

Willem Vandenameele