Col de Spandelles - Col de Soulor - Col d'Aubisque

Onmiddellijk na het vertrek in het centrum van Argelès-Gazost gaat het bergop. Je neemt de eerste 500 meter van de Col du Soulor, maar al snel gaat het rechtsaf richting Gez. Hier begin je aan de Col des Spandelles (1.378m). Goed voor 15,5 kilometer klimmen aan een gemiddeld stijgingspercentage van 6,0%. Maar laat je niet misleiden, deze grillige, ongelijkmatige beboste
beklimming haalt pieken tot 13%! Aan de top heb je een
indrukwekkend uitzicht op de vallei die op je wacht. De afdaling is een lust voor iedereen die houdt van het korte bochtenwerk. Bij vochtige weer is het wel opletten geblazen. Eens beneden aangekomen in het dorpje Ferrières heb je amper tijd om op adem te komen, want je begint onmiddellijk aan de beklimming
van de Col du Soulor. De Col du Soulor is een van de bekende Pyreneeëncols die gefrequenteerd wordt door de Tour de France. De noordkant van de Soulor is 12 kilometer lang, en is een heel gelijkmatige klim met een gemiddelde van 8%. Totaal anders dan de Spandelles van daarnet. De laatste 5 kilometer krijg je een fantastisch panorama voorgeschoteld. Als je naar rechts kijkt zie je zelfs de weg die leidt naar de top van de Aubisque.Tijdens de beklimming en op de top van de Soulor (1.474m) zal je verschillende soorten loslopend vee opmerken. Geen nood, ze zijn totaal onschuldig. Wie zonder al te veel problemen de top van de Soulor bereikt heeft, puft er best even uit en neemt er nog de rit naar de top van de Aubisque (1.709m) bij. Vanop de
top van de Soulor is de Aubisque relatief makkelijk te bereiken. Het amper nog 10 kilometer, waarvan enkel de laatste 4 kilometer als “klimmen” kan beschouwd worden. De Col d’Aubisque is één van de klassieke Tour de France-cols, en werd twaalf keer als eerste bedwongen door een Belg, onder wie Eddy Merckx en Lucien Van Impe.