Bron: Jan Rymenams
Hier op de hoek van het begijnhof, stonden pesthuizen. Jammer genoeg werden ze als laatste getuige in de jaren 1970 afgebroken, hoewel gezegd wordt dat het huis op de hoek met de Kraaienneststraat nog als een vermoedelijk pesthuis kan worden beschouwd.
Voor de opvang van de pestlijders kocht de stad Diest in 1470 een terrein aan, gelegen achter het klooster van de grauwzusters, tegen de Warande en het begijnhof. Het was de bedoeling om het gasthuis te vrijwaren van de pestlijders en de zieken samen te brengen aan de rand van de stad. Het ziekenhuis had een eigen kerkhof. Het werd korte tijd van 1509 tot 1526 bediend door de zwartzusters. In geval van pest kwamen de zusters het huis niet uit. Voor bevoorrading waren ze afhankelijk van de Heilige Geesttafel. Tijdens de epidemies kregen ze een extra voorraad brandhout om de kookwas te kunnen doen. Eten en drinken werd door het stadsbestuur voor de deur gezet. Bij de epidemie van 1523 werden regelmatig brood, vlees en bier naar het ziekenhuis gebracht. De grauwzusters namen in 1526 de activiteiten over. In 1553 werden zelfs de controles door de stad afgeschaft. Dat de pest met niemand rekening hield, blijkt wanneer we weten dat in die tijd tijdens een epidemie maar liefst 36 zusters en enkele novicen in het klooster stierven. Slechts 2 zusters zouden overleven. Dat was ook de reden waarom op initiatief van de pastoor van het begijnhof, van Essche, twaalf begijnen de ‘overstap’ maakten naar de grauwzusters.
In 1626 werd het pesthuis gereorganiseerd zodat de cellebroeders voor de mannelijke patiënten zorgden in een deel van het huis en cellezusters voor de vrouwen in een ander deel. Alleen de waterput op het scheiding van de tuin was gemeenschappelijk.
Er zouden in de 17de eeuw in de jaren 1629, 1676, 1693, 1702 epidemieën geweest zijn waarbij respectievelijk 6,6%, 8,3%, 9,1% en 7,3% van de bevolking van Diest binnen vier maanden zou gestorven zijn. Maar er bestaan enorme verschillen in de cijfers. En het lijkt ook niet zeker dat de epidemiën allemaal wel te maken hadden met de pest. Vanaf het einde van de 17de eeuw is dysenterie een belangrijke oorzaak van epidemies. Feit is dat na de Zwarte Dood op het einde van 14de eeuw, die de Europese bevolking decimeerde, de pest endemisch wordt en vaak lokaal uitbreekt.
En wat gebeurde er in de rest van de stad?
Niet iedereen kwam terecht in het ziekenhuis. Sommige burgers bleven thuis, maar ze werden dan wel erg geïsoleerd. Aan de woonst werd een teken aangebracht – een bussel stro, een kruis, een letter P – zodat de gemeenschap op de hoogte was dat er in dit huis de pest heerste. Eten en drinken werd voor de deur gezet of met een lange stok door het venster aangegeven. Alleen cellebroeders of -zusters kwamen de zieke verzorgen of bij het sterven begeleiden. Lijken werden doorgaans ‘s nachts weggevoerd en begraven. In 1439 werd uitgevaardigd dat wanneer iemand aan de pest stierf, men moest beletten dat anderen besmet zouden geraken. Daarom mochten o.a. van de afgestorvene het bed, de kleren of gelijk welk object in de sterfkamer gedurende twaalf weken niet te koop aangeboden worden op straf van 6 Rijnsgulden. Ook het huis van de pestlijder diende twaalf weken gesloten te blijven.
Om in geval van epidemies de verzorging in een stad te coördineren werd een pestmeester aangesteld. In Diest was dat doorgaans een chirurgijn. Chirurgijnen kregen zowel van de Heilige-Geesttafel als van de stad een salaris of gagie. De stad voorzag kledij, nl. om de twee jaren een tabbaert die hetzelfde was als deze van andere stadsdienaars. Hij was pestmeester voor minstens één tot zes jaar.
Hij diende zowel arme als gegoede pestlijders te bezoeken en te verzorgen. Armen die erkend waren door de Heilige Geesttafel dienden gratis verzorgd te worden. In de eerste plaats bestond dit uit aderlaten. Voor de nodige apparatuur werd hem geld ter beschikking gesteld. Na het insnijden van de pestbuilen of na het aderlaten werd aan de chirurgijn een ander dan zijn eigen woonhuis ter beschikking gesteld. Bv. in Diest was dat in een van de torens van de stadsvest. Hij mocht de toren alleen voor de verzorging van zieken verlaten. Omgekeerd mocht hij alleen bezoek ontvangen om pestlijders te verzorgen. Gedurende deze verplichte periode werd hij vrijgesteld van belastingen op bier, wijn of inkwartiering van soldaten. Instrumenten gebruikt voor de pestzieken werden na gebruik weggedaan en de stad zorgde voor nieuwe.
Bron: Jan Rymenams
| | Publiek | Engels
Selecteer hieronder één van de populairste activiteiten of verfijn je zoekopdracht.
Ontdek de mooiste en meest populaire routes in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Bron: Jan Rymenams
Selecteer hieronder één van de populairste categorieën of laat je inspireren door onze selecties.
Ontdek de mooiste en meest populaire bezienswaardigheden in de buurt, zorgvuldig gebundeld in passende selecties.
Bron: Jan Rymenams
Met RouteYou kan je eenvoudig zelf aangepaste kaarten maken. Stippel je route uit, voeg waypoints of knooppunten toe, plan bezienswaardigheden en eet- en drinkgelegenheden in en deel alles met je familie en vrienden.
Routeplanner<iframe src="https://plugin.routeyou.com/poiviewer/free/?language=nl&params.poi.id=8251428" width="100%" height="600" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>
Probeer deze functionaliteit gratis met een RouteYou Plus proefabonnement.
Als je al een dergelijke account hebt, meld je dan nu aan.
© 2006-2024 RouteYou - www.routeyou.com